Dynamic Domain Name System of DDNS

0
165
Dit artikel is deel 35 van 35 in het DiskIdee dossier Netwerken ontsluierd (cursus)
DossiernavigatieConfiguratieprotocols 4 – DNS (1)

meer vanuit, dat het die DNS-configuratie vrijelijk mag aanpassen met behulp van DDNS.

Dat kun je voorkomen door Windows-systemen in eigen DNS-zones onder te brengen en die zones dan door Active Directory te laten beheren, en alle andere zones door de hoofd-DNS-server(s). Dan wijzigen de diverse Windows-systemen alleen de Active Directory-informatie en blijven ze af van al de rest. Ook inzake netwerkverkeer kan dit positief zijn. Elk Windows 2000 (of hoger) systeem probeert immers een DDNS-wijziging door te sturen bij de inlog na een systeemstart en daarna elk uur, ongeacht de instellingen die je netwerk heeft inzake levensduur van DNS-inschrijvingen. Door Windows zijn eigen zone te geven en die dan door Active Directory te laten beheren vermijd je al veel van die problemen.

Desgewenst kun je ook het elk uur bijwerken van DNS-gegevens via DDNS door Windows-systemen uitschakelen. Daarvoor is er vanaf Windows 2000 en hoger een inschrijving in het register die je moet veranderen:

zoek HKEY_LOCAL_MACHINESystem CurrentControlSetServicesNetlogonParameters UseDynamicDns

en verander de standaardwaarde

0x1 in 0x0

zodat deze functie uitgeschakeld wordt.

Nsupdate

Als je computersystemen gebruikt die geen DHCP of Active Directory met ingebouwde DDNS ondersteunen, dan bestaat er ook losse software om zo’n DDNS-bijwerking uit te voeren. Bij BIND zit bijvoorbeeld een los

1
2
3
4
5
6
Vorig artikelDynamische DNS-diensten
Volgend artikelConfiguratieprotocols 4 – DNS (1)