Internetprotocols (deel 6)

2
61
Dit artikel is deel 27 van 35 in het DiskIdee dossier Netwerken ontsluierd (cursus)
DossiernavigatieInternetprotocols (deel 5)Van IPv4 naar IPv6

Je ziet meteen dat er bij Unix veel meer bestandsattributen zijn dan onder Windows. Je kunt voor FTP-sessies die attributen negeren, maar als ze beginnen met een ‘d’ weet je dat het om een directory gaat. Zoniet, dan is het een bestand. Je navigeert doorheen directory’s met het bevel ‘cd’, net zoals je dat in een DOS-opdrachtregel zou doen. De FTP-opdrachtregel kent ‘cd directory’, ‘cd ..’ maar ook meervoudige directorypaden – alleen moet je die bij DOS scheiden door een backslash en bij Unix en FTP is dat met een gewone slash: ‘cd dir1/dir2’. Vaak kun je ‘cd ..’ trouwens ook vervangen door ‘cdup’.
Dit navigeren doorheen de directory’s gebeurt dus op de FTP-server. Als je zo doorheen de directory’s navigeert, kom je uiteindelijk terecht op een locatie waar je een bestand van zou willen downloaden of misschien uploaden. Dat is tenslotte het eigenlijke doel van FTP.
FTP kent daarvoor de bevelen ‘get’ en ‘put’. ‘Get’ downloadt en ‘put’ uploadt één bestand. Wil je meerdere bestanden tegelijk versassen, dan kan dat met ‘mget’ en ‘mput’: deze bevelen ondersteunen wildcards of meer dan één bestandsnaam tegelijk op hun opdrachtregel.
Hou er wel rekening mee dat doorgaans de bestandsoverdracht standaard in ASCII-modus gebeurt, dus als tekst. Dat gaat niet goed als je een binair bestand wil downloaden, want dan stopt hij bij de eerste byte met een waarde 26 omdat die code immers het einde van een tekstbestand aangeeft. Voordat je een download of upload doet, moet je dus eerst zeggen welk het bestandstype is dat je wil overdragen. Dat kun je doen via ’type’ en het type (ascii of binary), al kun je dat bevelwoord ’type’ ook weglagen en gewoon de woorden ‘ascii’ of ‘binary’ als bevelwoord intikken. Overigens mag in plaats van ‘binary’ ook ‘image’. Als je bijvoorbeeld een bestand IETS.EXE wil downloaden, begin je met te zeggen dat het om een binair bestand gaat en dat hoef je maar één keer te doen.
bin
200 Type set to I (Image/Binary).
get IETS.EXE
Moeilijker dan dat is het niet. Het bestand wordt naar jouw pc toe overgedragen (of bij een ‘put’ van jouw pc af gehaald) en wel in de locale directory waar je stond toen je de FTP-client startte. Om die locale directory nog te wijzigen vanuit de FTP-opdrachtregel is het bevel ‘lcd’ voorzien. Als je de RFC-standaard bekijkt, zul je merken dat de overdrachtbevelen daar RETR (retrieve, terughalen) en STOR (store, opslaan) heten. Die woorden tref je echter meestal niet aan in moderne FTP-clients, meestal is het GET (halen) of RECV (receive, ontvangen) in combinatie met PUT (plaatsen).

1
2
3
4
Vorig artikelVan IPv4 naar IPv6
Volgend artikelInternetprotocols (deel 5)

2 REACTIES

  1. Zoals in dit artikel staat uitgelegd, heeft tftp helemaal geen inlogprocedure. Er is dus helemaal geen sprake van een wachtwoord. De toegangsrechten voor tftp kunnen wel beperkt worden tot bepaalde ip- of MAC-adressen vanuit de server, mogelijk is dat dus gebeurd bij jouw router. Probeer de router te resetten tot de fabrieksinstellingen, dat zou de webinterface terug tevoorschijn moeten halen.

  2. hi ik heb een draadloze router,heeft geen webinterface meer.
    ik kan het met een tftp server uploaden, maar dan krijg ik de melding accec violation omdat deze met een wachtwoord beveiligd is.
    is het mogelijk met tftp ook een wachtwoord mee te zenden? zo ja hoe moet dat dan.

    o ja een mooie duidelijke site.

    groetjes

Reacties zijn gesloten.