flitsschoen boven op de prismazoeker. Let op: de Alpha 700 is niet voorzien van een standaard flitsschoen. Je kan dus alleen Konica Minolta / Sony flitsers gebruiken!
Opname
Je activeert de Sony Alpha 700 met de schuifschakelaar links van het oculair. Met de commandoknop kies je het belichtingsprogramma. De “klassieke vier” zijn: manueel instellen van diafragma en sluitertijd, diafragma-voorkeuze, sluitertijd-voorkeuze en program auto waarbij de camera beide waarden bepaald. Het groene “AUTO” programma zal je alle werk uit handen nemen.
Niet alleen sluiter en diafragma worden door de camera gestuurd, maar ook andere parameters zoals witbalans, ISO-waarde enz. Je kan verder een zestal scène programma’s selecteren: portret, landschap, nachtopnamen, macro, zonsondergang en sport. Deze voorgeprogrammeerde lichtsituaties zie je doorgaans meer op camera’s die ook voor beginners geschikt zijn. De cel die het licht meet, bestaat uit 40 segmenten gerangschikt in een honingraatpatroon. De meerveldsmeting gebruikt deze 40 segmenten om een evaluatie te maken van het ganse beeld. Je gebruikt meerveldsmeting voor algemene opnamen. Centrumgerichte meting houdt vooral rekening met de meetwaarden uit het midden van het beeld. Als je recht tegen het zonlicht in opneemt of het onderwerp zich niet in het midden van het beeld bevindt, moet je de belichtingscompensatie gebruiken. Spotmeting pas je bijvoorbeeld toe als je een foto maakt van een onderwerp met sterk contrast of als je slechts een klein deel van het beeld wil meten.
Wanneer je door de zoeker kijkt wordt de autofocus en de lichtmeting automatisch geactiveerd, door middel van een lichtgevoelige cel onder het oculair. De camera is dus steeds klaar voor de volgende
