Duotest digitale spiegelrelfexcamera’s

3
165

Bediening
De Nikon D200 zet je aan met een ringvormige schakelaar rond de ontspanknop. Je kan er ook de verlichting van het numeriek LCD-scherm mee activeren. Als je vervolgens de "mode"-knop indrukt selecteer je de belichtingsmodus. De D200 heeft geen scèneprogramma’s aan boord, maar natuurlijk SonNik_D200_conn.jpgwel "program" of automatische belichting, sluitertijden- en diafragmavoorkeuze. Natuurlijk heb je de mogelijkheid om het toestel volledig manueel te bedienen. Zoals eerder vermeld, komen hierbij de instelwieltjes uitstekend van pas. De Sony Alpha heeft deze belichtingsprogramma’s ook, maar je kan verder wel een zestal scèneprogramma’s kiezen: portret, landschap, nachtopnamen, macro en zomeer. Deze voorgeprogrammeerde lichtsituaties zie je doorgaans meer op camera’s die ook voor beginners geschikt zijn.
Voor het instellen van de beeldkwaliteit moet je bij Sony in de menu’s SonNik_A100_conn.jpgduiken, terwijl dit bij Nikon gewoon met een drukknop kan. Nikon gebruikt voor de instelmenu’s dezelfde lay-out als bij de andere spiegelreflexcamera’s van het merk. De menu’s van de Alpha zijn anders ontworpen dan bij de Sony compactcamera’s: ze lijken nu wat meer op deze van de Canon toestellen bijvoorbeeld. Deze grafische interface is bij beide toestellen duidelijk en begrijpbaar. De D200 biedt wel meer personaliseerbare instellingen met betrekking tot autofocus, lichtmeting, flitsmodi. Ze zijn als geheugenbank op te slaan. Als twee verschillende fotografen met het toestel werken kan ieder zijn eigen voorkeuren programmeren.
De mogelijkheden van de lichtmeting zijn bij de Sony en de Nikon gelijkaardig. Spotmeting zal je vooral gebruiken als het contrast tussen het onderwerp en de achtergrond zeer groot is. Het licht wordt dan in een klein gebiedje in het midden van het beeld gemeten. De centrumgerichte meting evalueert het licht van het hele beeldveld, maar het midden van het beeld, ongeveer een vierde van de totale oppervlakte, is doorslaggevend. Beide camera’s kunnen ook zogenaamde matrix- of multisegmentmetingen uitvoeren. Het beeldveld wordt hierbij onderverdeeld in een aantal beeldsectoren die elk hun eigen meting uitvoeren. Al deze waarden worden vergeleken met een register van standaard opnamesituaties zodat de optimale belichting berekend kan worden. Bij de Sony wordt het beeldveld verdeeld in een honingraatpatroon met 40 meetvelden. De Nikon gebruikt een aparte CCD met 1005 pixels.

SonNik_D200_batt.jpg

1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
Vorig artikelPackard Bell lanceert zijn eerste game-pc
Volgend artikelReisgenoot voor de filmfanaat

3 REACTIES

  1. waarom worden er 2 toestellen vergeleken Sony en Nikon waar een prijs verschil van 1000 euro in zit. LEES HIER ONDER EN JE SNAPT WAAROM

    vermoeden bestaat dat beide camera\’s voorzien zijn van dezelfde CCD.
    Volgens verschillende internetbronnen gaat het om een lichtgevoelige chip die door Sony is ontwikkeld en door Nikon wordt aangekocht. Na de overname van Konica Minolta gebruikt Sony ze natuurlijk ook zelf. De opvallendste aanwijzingen dat het om hetzelfde product gaat zijn de resolutie van 10 megapixel en het 3:2 opnameformaat met 3872 x 2592 pixels. Maar eigenlijk zijn deze gelijkaardige specificaties al reden genoeg om de toestellen samen aan een onderzoek te onderwerpen.

  2. waarom zijn de foto\’s op het eind niet met gelijke waarden opgenomen? Zowel in tijd als opening. Ik meen dat algemeen de Nikon\’s donkerder zijn. Ondervind dit ook op mijn D 100 zo.

  3. waarom worden er 2 toestellen vergeleken Sony en Nikon waar een prijs verschil van 1000 euro in zit mischien was een vergelijk met de nikon d80 beter geweest

Reacties zijn gesloten.