easyStores in uw netwerk kunt detecteren en configureren. Voor dat laatste start de Opslagconsole gewoon uw webbrowser om het eigenlijke beheer van een easyStore te doen. (Hierbij start altijd IE, ook al hebt u Firefox als standaardbrowser draaien, terwijl de webinterface van de easyStore wel perfect werkt met Firefox.)
Er is dus geen echt centraal beheer van meerdere easyStores mogelijk buiten het oproepen van de netwerkboomstructuur in de Opslagconsole: het eigenlijke beheer moet u dan nog steeds per toestel doen.
Beheer
Standaard neemt de easyStore een ip-adres van uw dhcp-server af. Als u de easyStore een vast ip-adres geeft, kunt u hem ook zelf dhcp-server laten spelen. Standaard staat die functionaliteit echter uitgeschakeld.
Het webbeheer is vrij traditioneel ingedeeld met een hoofdmenubalk bovenaan met als rubrieken: home, users (gebruikers), shared folders (gedeelde mappen), backups, advanced (geavanceerd), contact us (contacteer ons) en logout (uitloggen).
Onder ‘geavanceerd’ vindt u de meer technische instellingen zoals die van het netwerk en de RAID-configuratie. Helemaal ‘easy’ gaat de beginconfiguratie echter niet, omdat de installatie voor die opslagconsole niet automatisch gestart wordt vanaf de meegeleverde cd-rom: die moet u zelf in een subdirectory zoeken en starten.
U krijgt ook nog DiskExpress meegeleverd, een back-up- en noodherstelprogramma.
Acer easyStore Storage System Console
Testprocedure
Onze testprocudure voor NAS’en en fileservers is gebaseerd op de eTestingLabs NetBench serverbenchmark versie 7.03 met de standaardinstellingen.
Wij hangen in totaal 40 clients aan de te benchmarken NAS of fileserver, allemaal draaiend op gangbare desktop-pc’s onder Windows XP, Vista en 2003. Op elke fysieke pc draaiden meerdere virtuele NetBench-clients.
De test gebeurde met Gigabit Ethernet-netwerkkaarten van D-Link in de desktopclients. In de notebookclients waren de gebruikte netwerkkaarten van verschillende merken, zoals Broadcom, Intel en Realtek. De te testen server en de client-pc’s hingen in hun eigen aparte testnetwerk, verbonden via een Gigabit-switch.
De NetBench-clients belasten de server maximaal; in een werkelijke productie-omgeving komen dit soort belastingsniveaus zelden voor. Onze testopstelling simuleert dus een veel groter netwerk.
Omdat de NetBench-resultaten zwaar afhankelijk zijn van het precieze aantal clients dat op een gegeven moment met de fileserver werkt, hebben we ze herleid tot een gemiddelde werksnelheid in Mbit/s per client op elk willekeurig ogenblik van de test.
Het eindresultaat is met andere woorden de
