Fysieke, logische en netwerktoegang via één SSO-inlogsysteem

0
78

Die vragen kunt u zelf bepalen en ook in uw eigen taal.
U kunt vastleggen hoeveel vragen en antwoorden er moeten zijn. OneSign heeft een tiental voorbereide vragen in het Engels die u ook kunt toepassen als u geen zin hebt om zelf vragen te verzinnen. Als de gebruiker de uitdagingen fout beantwoordt, moet hij verderwerken zonder SSO totdat hij opnieuw op zijn systeem inlogt. De beheerder kan ook het aantal gelijktijdige gebruikerssessies beperken als de gebruiker toegang heeft tot meerdere pc’s tegelijkertijd.
De ‘hot key’ F4 waarmee een gebruiker het werkstation meteen kan vergrendelen kan de beheerder vervangen door een andere.

 

Applicaties
Alles waarvoor na de hoofdinlog een inlogprocedure vereist is, heet bij OneSign een applicatie. Dat kan dus een Windows-applicatie zijn, maar ook een webapplicatie of een inlog voor een website. Het principe bij OneSign is dat de beheerder de applicatieprofielen beheert en dus niet de gebruiker. Een gebruiker kan dus geen nieuwe applicatie of website in OneSign toevoegen, hij kan alleen reeds in het systeem verwerkte applicaties gebruiken voor zover hij daar natuurlijk de rechten toe heeft. De beheerder kan een subbeheerder aanmaken waarvan hij zelf de rechten kan bepalen.
Onder het SSO/Applicaties-tabblad kan de beheerder alle applicaties waarvoor een inlog vereist is beheren. Applicatieprofielen bestaan uit XML-bestanden en kunnen moeiteloos naar andere OneSign-appliances overgebracht worden. U maakt ze aan met aan applicatieprofielgenerator.

Applicatieprofielen
Een applicatieprofiel bestaat uit alle parameters die nodig zijn om de inlogprocedure van een applicatie te kunnen herkennen en invullen. Het gaat om een omschrijving van wat er op het scherm te zien is, welke elementen van belang zijn voor de herkenning van een inlogvraag en voor succes of faling nadat

1
2
3
4
5
6
7
Vorig artikelMooier, slanker, sneller en groener
Volgend artikelMuziekgsm met ingebouwde hifi-speaker