Apple heeft al sedert zijn prille begin geappelleerd op de gevoelens van zijn klanten. Een Apple II was dé ultieme home computer, de Mac werd een legende, de iPod daarna, de iPhone nog eens, en na 27 januari waarschijnlijk ook een tablet-pc. Apple mag dan al een totaal gesloten bedrijf zijn in strategie, visie en communicatie, het brengt absoluut de passie en de emotie van zijn toplui over op zijn klanten. Iedereen kent ze: met Apple-klanten valt vaak alleen in emotionele termen te redeneren over de producten. Automerken maken dat ook los bij mensen. Zelfs als ze geen auto hoeven te kopen, gaan honderdduizenden naar het autosalon.
Apple staat nu niet meer alleen in de smartphonemarkt. Er zijn wel wat meer merken die nu gsm’s met touch screen op de markt brengen, maar de iPhone was nog niet bedreigd. Tot begin deze maand Google zich met de markt kwam bemoeien. OK, de Android was er al een tijdje en het marktaandeel van toestellen met dat besturingssysteem van Google begon zelfs sterk te stijgen. En nu heeft Google zelf zijn eerste hardware op de markt gebracht. Ik hoor de Apple-volgelingen al gniffelen, en ze hebben ten dele gelijk: Google heeft geen beste eerste beurt gemaakt.
Maar: dat ligt niet aan het toestel, wel aan de verkoop en de service. Het zoekmachine- en reclamebedrijf heeft geen ervaring in toestellen, en dat breekt zuur op. Neemt niet weg dat het toestel echt wel een topper is, en daar zullen nog verbeteringen aan komen. Android-smartphones kunnen rekenen op gelijkaardig emotioneel engagement als iPhones. Meer zelfs, ze staan nu al voor een omgekeerd of complementair snobisme voor wie iPhone en Apple te snobistisch vindt.
