Uit het slop

0
15

jozef
De Vlaamse minister van Onderwijs Marleen Vanderpoorten (de links in dit artikel openen een nieuw venster) wil de btw op pc’s verlagen van 21 tot 6 procent. Ze hoopt op steun van haar nationale collega op Financiën Reynders. Volgens Vanderpoorten kunnen veel mensen zich nu geen pc veroorloven omdat hij te duur is. Een lager btw-tarief zou ook de verkoop van pc’s ten goede komen. Vanderpoorten vergelijkt pc’s met kranten en boeken, waar toch ook maar zes procent btw op wordt geheven. Volgens de minister is de pc een cultuurgoed waartoe iedereen vlot toegang moet krijgen. We hebben dit soort argumenten nog gehoord voor bijvoorbeeld cd’s en dvd’s, waar ook 21 procent btw op wordt gerekend, terwijl dat in feite toch ook cultuurgoederen zijn.

Pandora
Die btw van zes procent op pc’s zal er niet snel komen, want als je die doos van Pandora opent dan moet je ook gaan nadenken over lagere btw-tarieven voor software en internettoegang. Niettemin valt er iets te zeggen om de drempel voor het pc-bezit te verlagen. Ik ken de cijfers niet over de demografische spreiding van het pc-bezit, maar als ik in mijn eigen omgeving rondkijk merk ik toch dat veel vijftigplussers nauwelijks met de pc omgaan. Als er een pc in huis is, wordt die vooral door de kinderen gebruikt. Indien er geen kinderen meer in huis zijn, dan is er meestal ook geen pc, tenzij men die voor zijn job nodig heeft.

Drempel
De drempel ligt er niet alleen financieel, maar vooral op psychologisch vlak. Pc’s zijn moeilijke dingen: haal je ze in huis, dan haal je gegarandeerd ook allerlei problemen in huis. De aandacht die de traditionele media tegenwoordig geven aan virusinfecties op pc’s doen daar trouwens geen goed aan. Zelfs iemand die nog nooit een pc van dichtbij heeft gezien, weet wél dat ze geïnfecteerd worden door allerlei vieze beestjes. Een pc is kortom niet veilig. Her en der in het land zijn er nu jongeren die ouderen leren om te gaan met de pc en met het internet. Dat is een goede evolutie. Maar ze is onvoldoende: pc’s moeten gemakkelijker en gebruiksvriendelijker worden. Nog te veel worden pc’s aangeprezen met een vermelding van megahertzen, megabytes en andere megatechnische mogelijkheden. Over het gebruiksgemak en de meegeleverde ondersteuning zwijgen de verkopers meestal zedig.

Ondersteuning
En als er dan toch iets over de ondersteuning wordt vermeld, dan staat dat dikwijls vol met leugens. Ik hoor geregeld verhalen van mensen die uren aan de lijn gehangen hebben voor ze bij de helpdesk binnengeraken, om uiteindelijk met een kluitje in het riet te worden gestuurd. Veel bellers zijn vanuit het standpunt van de supportmedewerker te dom om te helpen donderen en dat laten die dan ook duidelijk merken. Mensen worden afgesnauwd en als halve debielen behandeld (lees ook deze thread in ons forum). Na een dergelijke behandeling bel je niet gauw meer terug. Bovendien kun je als leek ook niet bewijzen dat helpdesk je slecht of onvoldoende heeft voortgeholpen. Veelal krijg je niet eens een opvolgingsnummer, zodat je het probleem, als het niet van de eerste keer raakt opgelost, bij elk gesprek van vooraf aan opnieuw moet uitleggen. Niet te verwonderen dat veel beginnende pc- en internetgebruikers niet meer naar een helplijn durven te bellen.

Frustraties
Pc- en internetgebruik staat nog te veel gelijk aan zware frustraties. Wij in de ICT-industrie – journalisten inbegrepen – zijn daar minstens voor een deel de schuld van. We zijn meer bezig met technische specificaties en technologische ontwikkelingen dan met wat bij gebrek aan een goed Nederlands woord usability heet: de bruikbaarheid van de pc en het internet. Misschien moeten we ons daar eens wat meer op concentreren willen we de pc-markt uit het slop halen.

Interface
En nu ik toch bezig ben over het gebruiksvriendelijker maken van de computer en het internet, nog dit. Windows XP kreeg opnieuw een andere interface. Je kunt de oude interface blijven gebruiken, maar dan moet je er wel expliciet voor kiezen. De nieuwe Office is in hetzelfde bedje ziek: kleine veranderingen in de interface zorgen ervoor dat zelfs ervaren gebruikers zich op bepaalde ogenblikken de haren uit de kop trekken, roepend en tierend: “Waar hebben ze die functie nu weer verborgen?” Ik sluit me aan bij de oproep die collega Deckmyn onlangs deed in zijn column in De Standaard: “Microsoft, laat die interfaces nu eens met rust.” Dat ze in Seatlle een voorbeeld nemen aan Apple, dat de interface van de Macintosh op zeventien jaar tijd slechts één keer grondig wijzigde.

Wormen
Naast het gebrek aan gebruiksvriendelijkheid is er een tweede belangrijke hinderpaal voor een verdere groei van de IT-sector: de beveiliging, of beter het gebrek daaraan. Mijn vader heeft nog nooit een computer aangeraakt, laat staan dat hij ooit op het internet surfte, maar hij weet me wel haarfijn uit te leggen hoe onveilig “die dingen” zijn. Dat heeft hij vernomen uit de pers, die – terecht – flink wat aandacht besteedde aan vernietigende computerwormen zoals Code Red in augustus en NimdA in september. Zelden zag ik zulke ingrijpende, moeilijk te bestrijden en dus kostelijke computerwormen. Het probleem is dat ze nog lange tijd de ronde zullen blijven doen. Telkens wanneer er iemand ergens een nieuw Windows NT of Windows 2000 systeem installeert, aan het internet koppelt en vergeet alle security patches van Microsoft te installeren, helpt hij bij de verspreiding van deze wormen. Dat is precies het probleem: het is quasi onmogelijk om als systeembeheerder handmatig alle mogelijke patches voor Microsoft-software te installeren. Het zijn er ondertussen zoveel dat je door de bomen het bos niet meer ziet. De “security alert” van Microsoft naar aanleiding van Nimda illustreert dit treffend. Ze bevat minstens negentien elkaar gedeeltelijk overlappende patches, waarvan sommige gelden voor clientcomputers en andere voor servers. Het is om een punthoofd van te krijgen!

Verplicht
Code Red en NimdA bewijzen één ding: het is niet langer voldoende voor Microsoft om op zijn security-website het ene security bulletin na het andere te publiceren en dan te hopen dat het voldoende maatregelen heeft genomen. Niet alleen vergeten vele systeembeheerders en eindgebruikers om naar de security-website van Microsoft te surfen, àls ze dat toch doen dan weten ze dikwijls niet welke patches ze nu precies moeten installeren om “veilig” te zijn. Hoe het technisch moet worden aangepakt weet ik niet, maar het wordt hoog tijd dat Microsoft een methode vindt om de security-updates automatisch en verplicht te installeren op nieuwe én bestaande installaties van Windows. Het nieuwe HFNetchk tool van Microsoft is een stap in de goede richting, maar in de praktijk weinig nuttig omdat het alleen de bulletinnummers toont van niet geïnstalleerde patches. De rest is nog altijd handwerk. De eveneens nieuwe Microsoft Personal Security Advisor functioneert iets beter, maar is dan weer alleen bruikbaar op individuele computers en dus te tijdrovend voor drukbezette systeembeheerders. Het feit dat je beveiligingssoftware van derden kunt kopen die je veel van dit werk uit handen neemt, is trouwens geen excuus. De meeste bedrijven kunnen zich deze dure software niet veroorloven. Bovendien is het te gek om los te lopen dat Microsoft onveilige software op de wereld loslaat en er zich bij problemen mee afmaakt door het zoveelste security bulletin te publiceren. Post Script: Microsoft kondigt het Startegic Technology Protection Program aan. Een stap in de goede richting, hoewel nog onvoldoende…

Vorig artikelDCI wint eerste ronde in DiskIdee’s “Snelste pc”
Volgend artikelDe tweede ronde
Jozef Schildermans
Jozef Schildermans is journalist en schrijver. Zijn recentste roman is De reis van de hofarts (samen met Ludo Schildermans) onder de auteursnaam L.J. Schildermans gepubliceerd bij Uitgeverij Houtekiet.