Privacy op het werk

0
24

jozef
Een lezer reageerde op de test van Baltimore PORNsweeper] met de opmerking dat dit soort producten een inbreuk vormen op zijn recht op privacy. PORNsweeper scant e-mails op “foute” (porno)plaatjes. Volgens deze lezer mogen werkgevers niet zomaar de e-mails scannen van hun werknemers “omdat dit tegen de wetgeving op het briefgeheim” zou zijn. Was het maar zo simpel. Hoewel het briefgeheim bij ons zelfs in de grondwet staat ingeschreven, wordt de toepassing ervan door wetgever en rechter zeer strikt geïnterpreteerd. Een brief is om te beginnen al qua vorm heel iets anders dan een e-mail. Ook de manier van distributie is heel anders bij e-mail dan bij een klassieke brief. Iemand bij de post kan een brief niet zomaar lezen omdat die in een gesloten enveloppe steekt. Niet-versleutelde e-mails kunnen daarentegen tijdens de distributie gemakkelijk én ongewild worden gelezen door jan en alleman, systeembeheerders voorop. Het is voer voor juristen om te bepalen of en wanneer het briefgeheim van toepassing is op e-mails. In het privé-leven gelden ook voor het briefgeheim andere regels dan in het bedrijfsleven. Brieven op naam die op een bedrijf toekomen zijn niet noodzakelijkerwijze privé. In hoeveel bedrijven is het bijvoorbeeld niet de gewoonte om alle post centraal te openen en pas daarna intern verder te verdelen? Of dit nu wel of niet wettelijk is, daar ben ik geen specialist in. Dat dit om praktische reden noodzakelijk kan zijn, staat echter vast. Bekijken we nu het geval van e-mailscanners en -filters. PORNsweeper scant naar pornoplaatjes. Daar heeft de eerder genoemde lezer het moeilijk mee, het komt bij hem bedreigend over. De meeste bedrijven scannen – toch als ze verstandig zijn – hun e-mails op mogelijke virussen. We hebben in het verleden meermaals dergelijke scanners getest. Nooit reageerde een lezer met de opmerking dat virusscanners zijn privacy bedreigden. Wat is het verschil tussen een porno- en een virusscanner? In beide gevallen gaat het over anonieme computerprogramma’s die systematisch e-mails controleren volgens vooraf vastgelegde regels. Pas als een e-mail een van deze regels overtreedt, gebeurt er iets, bijvoorbeeld het doorsturen van de e-mail naar een verantwoordelijke die vervolgens moet beslissen of er echt sprake is van een regelovertreding. Tot aan dit stadium lijkt er mij ook puur juridisch geen overtreding van een of andere privacywetgeving, zeker niet als de regels vooraf worden medegedeeld aan het personeel. Als de menselijke ingreep wel een overtreding zou zijn, dan zou je dit stadium kunnen overslaan en het computerprogramma de opdracht geven elke e-mail die niet voldoet aan vooraf opgelegde regels terug naar de afzender te sturen. Is dat dan een inbreuk op de privacy van de ontvanger? Er komt geen mens aan te pas en de verdachte e-mail wordt alleen maar tegengehouden. Opnieuw voer voor juristen. Een recent arrest van het Hof van Cassatie steunde een werkgever die onaangekondigd een camera had geplaatst omdat hij een van zijn werknemers van diefstal verdacht. Cassatie vindt dat werkgevers binnen bepaalde perken een controlerecht hebben. De plaatsing van de camera is een maatregel die “toereikend, ter zake dienend en niet overmatig is,” zo citeert De Standaard Cassatie. Ons hoogste rechtscollege liet onlangs ook de opname van een telefoongesprek toe als bewijsmiddel. Het ging om een dame die bedreigende telefoontjes kreeg. De Standaard besluit dat het Hof van Cassatie ingaat “tegen privacyfundamentalisten”. In elk geval blijkt uit deze arresten dat het recht op privacy niet absoluut is, zeker niet binnen een contractuele en ondergeschikte relatie. Een duidelijk regelgeving en normering zouden in elk geval veel helpen. Nu weten werkgevers noch werknemers waaraan zich te houden.

Vorig artikelOude wijn in nieuw zakje
Volgend artikelAnoniem surfen
Jozef Schildermans
Jozef Schildermans is journalist en schrijver. Zijn recentste roman is De reis van de hofarts (samen met Ludo Schildermans) onder de auteursnaam L.J. Schildermans gepubliceerd bij Uitgeverij Houtekiet.