De meest futuristisch vormgegeven printer van de test is de Sony UP-DP10. Je kan deze machine zowel horizontaal als verticaal gebruiken. Netjes verticaal opgesteld naast je monitor lijkt het apparaat enigszins op een grote Zip-drive of een externe harde schijf. 
Voor je aan de slag kan moet je eerst het papier en het printlint laden. Sony levert drie papierformaten. Er zijn postkaarten van 10 x 15 cm en iets kleinere van 10 x 13 cm. Je kan ook gebruik maken van zelfklevend fotopapier van 10 x 15 cm: handig als je snel enkele stickers wil maken. Het papier gaat in een speciale schuif die je aan de voorkant van de printer vastklikt. Geen vloeibare inkt voor deze dye-sublimation printer, maar wel een breed lint met vaste kleurstof, dat gemakkelijk te monteren is in een klepje bovenop de printer. Na installatie van de driver kan je aan de slag. Vergeleken met de doorsnee inktjetprinter zijn de instellingen heel wat eenvoudiger. Zoals gezegd zijn er maar drie papierformaten. Of een foto mat of glanzend wordt hangt niet af van het gebruikte papier, maar van de instelling van de printerdriver: nadat de kleuren zijn afgedrukt wordt de foto met een glanzende of matte beschermlaag afgedekt.
Deze printer haalt slechts een maximale resolutie van 295 x 295 dpi. Dit lijkt weinig ten opzichte van de huidige generatie inktjetprinters. Toch kan het resultaat de vergelijking met de inktjettechnologie en zelfs klassieke fotografie goed doorstaan.De foto’s zijn, als je ze onder een loep bekijkt, wat minder scherp, maar de densiteit en kleurbalans zijn exact. De foto’s zijn vanzelfsprekend droog als ze de printer verlaten en kunnen onmiddellijk in je fotoalbumgeplakt worden. Door het beschermlaagje zijn ze ook wat meer bestand tegen een ruwe behandeling. Al dat moois heeft wel zijn prijs: een 10 x 15 afdruk kost je bijna 50 frank.