Meer dan twintig jaar geleden ontstond het Basic Input Output System (bios). Het bios initialiseert de hardware en geeft na een succesvolle initialisatie de besturing over aan het besturingssysteem. Stilaan lijkt het bios zijn glorietijd gehad te hebben nu onder andere Intel bezig is met het verder ontwikkelen van efi. efi is een mogelijke opvolger voor het bios.
Bios
Wat was het bios dan precies? Als je een pc opstart, wordt door het bios altijd eerst de Power-On Self Test (post) doorlopen. Deze test voert een aantal controles uit op hardware zoals het geheugen, de videokaart en dergelijke. Als alles in orde is geeft de computer meestal een kort piepje. Vervolgens roept het bios de bootloader op die het besturingssysteem zal starten. Wat je dan ziet is het startscherm van je besturingssysteem.
Het wellicht gekende blauwe bios
Intel ontwikkelde een mogelijke opvolger voor het bios: efi. Tegenwoordig is efi ook gekend als uefi: Unified Extensible Firmware Interface. Het staat in voor de communicatie met de hardware. Dit heeft als gevolg dat fabrikanten van hardware niet voor ieder besturingssysteem een aparte driver moeten schrijven. Een driver voor efi zal moeten volstaan. efi zal bovendien niet lijken op het huidige bios. Het oude (blauwe) scherm wordt vervangen door een mooie, grafische weergave. Dat is onder andere mogelijk omdat het bios in Assembler geschreven werd en efi in de programmeertaal C. Assembler is een low-level programmeertaal ook wel machinetaal genoemd en C is een hogere programmeertaal die dus veel meer mogelijkheden aan de dag kan leggen. Bovendien beschikken veel programmeurs over kennis van C.
Efi is volledig platformonafhankelijk waardoor efi op elk mogelijk platform kan werken, dit in tegenstelling tot het bios dat wel platformafhankelijk is. Hardware die voorzien is van een efi-driver kan daardoor werken op alle mogelijke besturingssystemen. Al kunnen we betwijfelen of Microsoft daar wel