De Olympus E-400 is voorzien van 19 scèneprogramma’s. De meest gebruikelijke kan je direct selecteren met de commandoknop. De veertien overblijvende stel je in door de knop in de stand "scène" te plaatsen en dan op de monitor het gewenste belichtingsprogramma uit te kiezen. Als je door de verschillende mogelijkheden scrollt, krijg je bij elke keuzemogelijkheid een regeltje tekst met wat informatie over het betreffende onderwerp: kaarslicht, vuurwerk, strand en sneeuw…
De Olympus E-400 biedt 19 scèneprogramma’s
Je kan kiezen uit vijf lichtmeetmethodes: Digital ESP metering, meting met de nadruk op het midden plus drie manieren van spotmeting. Bij ESP meting zal het toestel de lichtsterkte in 49 zones over het beeld meten en aan de hand daarvan de correcte belichting toepassen. Olympus beveelt deze methode aan voor algemeen gebruik, ook als je te maken hebt met bepaalde tegenlichtsituaties. De meting met nadruk op het midden gebruik je wanneer je niet wil dat het lichtniveau van de achtergrond de belichting van je onderwerp beïnvloedt. Spotmeting wordt aan bevolen wanneer er sprake is van overvloedig tegenlicht. Slechts een klein deel in het centrum van het beeld wordt hierbij gemeten. HI Spot metering of hoge lichten controle, gebruik je om te voorkomen dat bij een zeer heldere achtergrond witte delen van het beeld te grijs zouden weergegeven worden. Eigenlijk wordt je foto wat overbelicht. Bij SH Spot metering of schaduw controle gebeurt net het omgekeerde. Het gebruik voorkomt grijze beelden wanneer de achtergrond donker is.
Net als de Nikon D40 heeft de E-400 slechts drie scherpstelzones. De camera selecteert het passende punt of je doet dit manueel met de shuttleknop. De Olympus E-400 is goed voorzien van scherpstelmodi. Bij “Single-AF” stelt het toestel scherp op een bij voorkeur stilstaand onderwerp. Bij "continuous AF" blijft het toestel, zolang je de ontspanknop half ingedrukt houdt, voortdurend de scherpte aanpassen. Dit is vooral handig bij bewegende onderwerpen. Bij gebruik van S-AF+MF of C-AF+MF kan je het toestel assisteren en de autofocus nog wat fijner afstellen. Als er op het onderwerp scherpgesteld is hoor je een geruststellend bliebje. Indien je dit nodig acht kan je steeds overschakelen op manuele scherpstelling.