Ieder zijn waarheid

0
9

België moet je kritisch bekijken van achter de toog, gezellig zwetsend achter een stevige Leffe of een verfrissend ouderwetse Grimbergen. Nu en dan sta ik versteld van de diepgang die dit soort gesprekken kan opleveren. Ook het parlementaire debat heeft nood aan bespiegelende diepgang. De voorzitter van de kamer, Herman De Croo, gaf alvast het goede voorbeeld door in De Morgen (ooit een kwaliteitskrant) ruiterlijk te bekennen dat hij zich tijdens de zittingen ernstig zorgen maakte over de ongewone verschijning van talrijke BH-loze borsten in het halfrond. Hij wil wel, maar ziet toch liever iets minder uitdagende, stevig verpakte borsten, die hem niet te veel aanzetten tot dagdromen. Gelukkig noemde De Croo in zijn oprisping geen namen, hij zou zich ongetwijfeld een reprimande à la Brusselmans op de hals gehaald hebben.

Drooglegging
Overigens, er is niets mis met het parlement. Nu ja, je kunt er voor en tijdens de zittingen niet gezellig zitten pintelieren in de bar. Dat werd, om vechtpartijen te vermijden, verboden met de uitvinding van de genadeloze TV-camera. Ondanks de drooglegging straalt de cultuur van de Kamer nog een zuiderse rommeligheid uit, die veel Vlamingen vreemd is. In tegenstelling tot het veelal saaie Vlaamse parlement is er in de Kamer nog tijd over om gezellig te palaveren en knetterend te bekvechten en te ruziën over bagatellen.

No comment
Neem nu de hele discussie over de kernbommen. De Groenen en de Volksunie willen nu eindelijk wel eens weten wat er van aan is. Liggen ze er of liggen ze er niet? En als ze er liggen, waarom gooien we ze dan niet (weg)? De Minister van Defensie zag het duidelijk anders. Hij schrok van zoveel Vlaamse opstandigheid in het halfrond en liet het bij een halfslachtig ‘geen commentaar’. De Eerste Minister schrok bij het zien van zoveel onkunde en beloofde prompt beterschap. En die komt er: enkele eedgenoten mogen straks één na één bij Guy op bezoek om gezellig bij te praten. Een primeur: echte staatszaken bespreek je niet binnen het parlement, maar onder vier ogen, zodat alle partijen meteen kunnen ontkennen dat er wat dan ook gezegd werd indien er wat dan ook van zo’n onderhoud uitlekt.

Media
Deze privatisering van het parlementaire debat komt net als de privatisering van de overheidsbedrijven de efficiëntie ten goede. Ook de media zullen baat hebben bij enige schaalverkleining. In de plaats van warrige, saaie en technische debatten, wordt de politiek naadloos opgetild tot het niveau van de modale Belg, die tussen de vele buitenlandse soaps door ook oog heeft voor originaliteit en diepgang. Belangrijke staatszaken behandel je best niet in een open parlementair debat, gevolg gevend aan de wil van het volk, maar gewoon in ’t salon. Zo vermijd je lastige vragen en snedige opmerkingen van kamerleden die zich in het halfrond zitten te vervelen. En je verstrekt antwoorden op maat van iedere individuele parlementair. Ieder zijn waarheid. Aan Marc Eyskens zegt Guy op de vraag of er in ons land kernwapens liggen: “no comment”. Aan hekkenspringers die deelnemen aan de halfjaarlijkse maneuvers van de vredesbeweging in Kleine Brogel zegt Guy: “ze liggen er, maar niet in Kleine Brogel”, kwestie van er de hekkens (en bijtgrage honden) niet te overbelasten. En aan kritische groene leden van de meerderheid zegt Guy: “koest, op uw mat”, omdat de raison d’état nu eenmaal boven de wet staat.

Aanvraag geweigerd
De privatisering van het parlementair debat gaat uiteraard gepaard met een lichte beperking van de parlementaire rechten en vrijheden. Heel vervelende volksvertegenwoordigers kunnen gebruik maken van een wettelijk recht om als leden van de commissie Defensie met minimaal drie tegelijk een militaire basis te controleren. Wij hebben de rek van dit controlerecht in naam van het volk even uitgetest en een aanvraag ingediend om Kleine Brogel te bezoeken. Aanvraag geweigerd. Het hek wacht.

Vorig artikelHet einde van het Internet-analfabetisme of hoe Athene de wereld verandert
Volgend artikelMet de nek aangekeken