Bits & bytes verdringen papier

1
26

Trekkies hebben het wel al gezien: kapitein Picard op de Enterprise D of kapitein Cisco op Deep Space Nine die een boek lezen vanaf een soort elektronische ‘lei’. De lei van onze voorouders is dus terug van weggeweest in de 23ste eeuw. De eerste stap op weg naar die toekomst wordt gezet door wat vandaag heet het e-boek of elektronische boek. Verdringen bits en bytes binnenkort het papier? Dirk Peeters trok op onderzoek uit.
eboek2
We staan voor een nieuwe revolutie in het lezen. In de Oudheid gebruikten de Soemeriërs, Hettieten, Assyriërs en Babyloniërs kleitabletten als materiaal om te schrijven en dus ook te lezen. Ook de pré-griekse beschavingen rond de Egeïsche Zee maakten gebruik van dit medium, zoals de kleitabletten met Lineair A en B ons leren. De Egyptenaren hadden natuurlijk het papyrus. Dit materiaal was zo wijd verspreid dat je nu, Anno Domini 1999, in de Egyptische Fayoum-streek alleen een schop in de grond hoeft te steken om er stukken papyri van meer dan tweeduizend jaar oud te vinden. Vraag het maar aan de plaatselijke boeren die van de verkoop van stukken papyri een lucratieve bijverdienste hebben gemaakt. Eeuwenlang zou dit materiaal de dienst uitmaken, samen met het perkament. Langzaamaan werd papyrus vervangen door het perkament. Jammer voor de schaapjes en geitekens.

Papier
Sinds de late Middeleeuwen en de Renaissance is het basismateriaal natuurlijk papier. De schaapjes zijn er de Chinezen nog altijd dankbaar voor. Op zich is papier heel milieuvriendelijk, want het oorspronkelijke papier werd gemaakt van tot pulp verwerkte oude kledingstukken oftewel lompen. Vandaar het lompenpapier. Sinds begin vorige eeuw werd de pulp uit het lompenpapier verdrongen door houtpulp. De bomen waren daar niet zo blij mee, maar geen hond die hun mening vroeg. Papier lijkt voor een deel zijn beste tijd te hebben gehad en wordt misschien vlugger dan verwacht op zijn beurt vervangen door elektronische bits en bytes. Bits en bytes zijn nu eenmaal veel milieuvriendelijker, tot groot jolijt van de bomen.

Dood van het boek?
Doemdenkers bazuinen al lang uit dat het boek, zoals wij het kennen, ten dode is opgeschreven sinds de doorbraak van de computer. Er staan evenveel optimisten klaar om te verkondigen dat het allemaal zo’n vaart niet zal lopen. We zijn allemaal gewoon te lezen uit een boek en minder vanaf een scherm. Daarom ook verkopen computerboeken nog steeds heel goed, ondanks de steeds groter wordende online helpbestanden die ook intelligenter kunnen worden benaderd. Ik zal alleszins veel gemakkelijker iets leren uit een gedrukte handleiding dan van een online helptekst. Dat geldt zowel om een nieuw programma te leren als om de werking van een functie op te zoeken. De F1-toets gebruik ik dus zelden of nooit. Een artikel nalezen zal ik dus ook gemakkelijker doen na het nemen van een afdruk en niet vanaf het scherm. Ik ben dus nog iemand van de oude stempel, al klinkt dat natuurlijk alsof ik over mijn midlife-crisis ben. Zover is het gelukkig nog niet. De ‘jeugd’ van tegenwoordig, opgegroeid met het web, heeft wellicht minder problemen met het lezen vanaf een elektronisch scherm. Wanneer het online lezen nog meer ingeburgerd raakt, zullen we in de toekomst minder voeling hebben met het medium boek en zal de overstap naar het elektronisch lezen bijna vanzelfsprekend zijn. En jawel, die toekomst is eigenlijk nu al bezig.

Zwanenzang
Sommige soorten ‘boeken’ beleven nu al hun zwanenzang. Telefoonboeken bijvoorbeeld. Ik vind sneller een telefoonnummer in de elektronische Gouden Gids of Infobel dan in een telefoonboek. Een telefoonboek is ook geografisch beperkt tot je telefoonzone, terwijl je op de online versie telefoonnummers van heel het land vindt. Ook leurders van encyclopedieën hebben het kwaad. De enige twee verkoopsargumenten voor een gedrukte encyclopedie die nog wat overeind blijven zijn het fraaie decoratieve en pseudeo-intellectuele effect (staat schoon in de kast) en de romantiek om aan een knapperende open haard te bladeren in de inventaris der wetenschap. Toch veel leuker dan het prozaïsche geklik van de computermuis? Dat kan dan wel waar zijn, maar als ik mag kiezen tussen een Winkler Prins die een kapitaal kost en de Encarta/Winkler Prins 2000 voor een habbekrats, dan weet ik het wel. Encarta bevat natuurlijk niet alle informatie van de volledige gedrukte Winkler Prins, maar het prijsverschil is gewoon te groot om dat gemis aan extra informatie te kunnen compenseren. De Encyclopaedia Britannica gaat nog één keer een nieuwe druk publiceren (in 2001) en zal daarna alleen online worden bijgewerkt. Hij is trouwens nu al gratis raadpleegbaar via het Net. Het is dus een kwestie van tijd voordat gedrukte encyclopedieën van de aardbol zijn verdwenen. En wat geldt voor encyclopedieën, geldt ook voor andere naslagwerken zoals woordenboeken en atlassen.

Vorig artikelMaxximaal EPO-gebruik
Volgend artikelHoe configureer je Win98 als je internet wil delen?

1 REACTIE

Reacties zijn gesloten.