Plus ça change…

0
15

Microsoft deed het opnieuw: nu ‘pakt’ het ook de markt voor handheld-pc’s. Hoe komt dat toch?
PocketPC-pda’s waren in het vierde kwartaal van 2003 goed voor bijna zestig procent van een steeds groeiende markt. Precies een jaar eerder had Palm nog bijna 65 procent van diezelfde markt in handen. Het marktaandeel van Palm daalde tot onder de veertig procent. Alternatieve platformen werden onbetekenend: hun marktaandeel daalde van bijna vier procent in 2002 tot anderhalve procent in 2003. Microsoft deed het dus opnieuw: het werkte zich in korte tijd op van underdog tot topdog in een fors groeiende markt.
Microsoft wist zich natuurlijk gesteund door traditionele pc-fabrikanten met een groot en succesvol zakelijk distributienet. Vooral Compaq/ HP oogste veel succes met zijn iPaq’s. Kijken we alleen naar het merk dan was Palm in 2003 nipt de grootste pda-leverancier, met vijftienduizend meer verkochte eenheden dan HP. Maar HP ging in het vierde kwartaal wel vlot over Palm heen en zal 2004 ongetwijfeld afsluiten als grootste pda-leverancier.

Marketing
PocketPC 2003 is een flinke verbetering tegenover alle vorige versies, maar het blijft een log en geheugenvretend besturingssysteem, dat bovendien vaak vastloopt. Palm OS was zeker superieur in vergelijking met Windows CE. Waarom ging Palm dan zo achteruit? Marketingbudgetten zijn zeker niet het enige antwoord. Een verlies van bijna dertig procent van je marktaandeel op één jaar tijd is meer dan een ongelukje. Een belangrijke reden is zeker dat Palm te lang aarzelde met het in licentie geven van zijn platform.
Gebruikers dienden ook te lang te wachten op een nieuwe kleurenversie van Palm OS met allerlei multimedia toeters en bellen die Windows CE wél bood. Die nieuwe versie bleek dan ook nog een keer onvoldoende compatibel te zijn met oudere versies. Veel PalmOS 4 applicaties functioneren niet meer onder PalmOS 5. Als je geluk hebt, kun je een aangepaste versie downloaden, maar meestal moet je daar opnieuw voor betalen. Gebruikers pikken zoiets niet, vooral niet voor apparaatjes die in verhouding tot hun functionaliteit heel veel kosten.
Bij PocketPC 2003 heb je die problemen veel minder. Oudere applicaties functioneren meestal nog wel. Toch ben je daar niet altijd zeker van. Niet alle PocketPC-hardware is krachtig genoeg om versie 2003 te draaien. Nogal wat bezitters van een PocketPC-pda moeten genoegen nemen met de oude, nog instabielere versie of zijn verplicht een nieuwe pda te kopen.

Alternatieven
Waarom zijn de alternatieven voor PocketPC en Palm niet populairder? Je hebt enerzijds Symbian en anderzijds Linux PDA. Symbian lijkt te berusten in zijn niche als besturingssysteem voor intelligente mobieltjes, zoals de Nokia 6600, Siemens SX1 of Sony-Ericsson P900. Die worden in de verkoopcijfers niet als pda’s geteld, hoewel ze grotendeels dezelfde functionaliteit bieden. Vooral de P900 bewijst dat Symbian alles kan wat PocketPC en PalmOS kunnen, maar dan sneller, compacter en stabieler.
Ik zou graag zien dat een mainstream fabrikant het aandurft om Symbian in te bouwen in een iPaq-achtig hardwareplatform. Iedereen die zélf de vergelijking zou maken, zou volgens mij snel overtuigd raken van de superioriteit van Symbian.
Linux PDA is nog méér een nichespeler dan Symbian. Nochtans zijn er al enkele fabrikanten die er voor kiezen, bijvoorbeeld Motorola in zijn V760 mobieltje of Zaurus in de SL6000, die ook buiten Japan op de markt zou komen. En oude Windows CE hardware, zoals de mislukte Siemens Simpad, wordt door open source-enthousiastelingen nieuw leven ingeblazen met een speciale Linux-versie, die de zeer goede hardware veel efficiënter en completer gebruikt dan Windows CE ooit kon doen.
Helaas is het niet altijd het beste besturingssysteem dat het op commercieel vlak haalt. Op dat gebied gaat het er in de pda-markt net zo aan toe als destijds in de desktop- en servermarkten.

Vorig artikel‘Krachtbal’ zou helpen tegen muisarm
Volgend artikelHorloge met geheugen
Jozef Schildermans
Jozef Schildermans is journalist en schrijver. Zijn recentste roman is De reis van de hofarts (samen met Ludo Schildermans) onder de auteursnaam L.J. Schildermans gepubliceerd bij Uitgeverij Houtekiet.