De keuze tussen 2 en 3

2 en 3 megapixel camera’s zijn goedkoper dan ooit. Ondanks het multimegapixelgeweld van de laatste maanden blijft de vraag naar deze toestellen bestaan. De camerafabrikanten produceren ze nog steeds en brengen zelfs nieuwe modellen op de markt. De doelgroep verschuift wel langzaam en overlapt nu die van gebruikers van pockettoestellen en eenvoudige compactcamera’s. Je ziet dus meer en meer eenvoudig te bedienen toestellen in deze groep, maar ook de mogelijkheden zijn dus meestal beperkt. Wie goed uitkijkt, vindt niettemin nog steeds een paar exemplaren die kwaliteit en mogelijkheden optimaal combineren. Een test van twaalf digitale camera’s.

Elke digitale foto bestaat uit honderdduizenden of miljoenen beeldpunten of pixels. Als je een foto op je computerscherm sterk uitvergroot kan je ze zien als kleine vierkante kleurvlakjes. De hoeveelheid pixels bepaalt in hoge mate de kwaliteit van je foto. Je kan dit effect vergelijken met de constructie van een antieke mozaïekvloer. Zijn de steentjes die je gebruikt om de vloer van een kamer te versieren erg klein, dan zal je ook fijne details nog goed kunnen weergeven. Gebruik je grote tegels dan zal je ontwerp vrij grof overkomen.
Je moet echter ook rekening houden met de grootte van de uiteindelijke afdruk. Tests hebben uitgewezen dat een foto met een resolutie van ongeveer 300 punten per inch (2.54 cm) als scherp wordt waargenomen. Voor elke centimeter van je afbeelding heb je dus 118 pixels nodig. Kies je vrijwel altijd voor prints van 10 x 15 cm dan kan je snel uitrekenen hoe groot je digitale foto moet zijn: 1180 x 1770 pixels of 2 megapixel. Kleef je ook regelmatig een 13 x 18 cm print in je album, dan zal je moeten uitkijken naar een drie megapixel toestel (optimaal 1534 x 2124 pixels).

Interpolatietechniek
Er bestaat natuurlijk heel wat software die je helpt om kleine digitale plaatjes om te zetten naar grote afbeeldingen. De meeste foto-editors kunnen dit en deze interpolatietechniek wordt dan ook vaak toegepast. De nieuwe pixels worden berekend door te kijken naar de kleur en de helderheid van de aangrenzende pixels. Toch zijn de resultaten beter als het bronbestand niet te klein is en je je foto niet al te sterk wil ‘opblazen’. Je zal dus met meer succes een 20 x 30 vergroting kunnen maken van een opname van een drie megapixel toestel dan van een foto van een 2 megapixel camera. De toestellen uit beide families voldoen minder voor die fotografen die hun opnamen ingrijpend gaan bewerken of regelmatig grote afdrukken tentoonstellen. Ook deelvergrotingen zijn moeilijker te realiseren.
Enkele jaren geleden al werd aangenomen dat naargelang de resolutie van de lichtgevoelige chips zou toenemen, de camera-uitvoeringen met een minder hoog scheidend vermogen van de markt zouden verdwijnen. Toch ziet men dat camera≠s met lagere resoluties nog altijd vrij veel verkocht worden. Ze zijn relatief goedkoop, klein en licht genoeg om inderdaad in je zak mee te nemen, terwijl je toch kan genieten van de voordelen van het digitale beeld voor e-mail of internet. Snapshots maken is in, denk maar aan het succes van de lomografie. Toestellen met een resolutie van 2 en 3 megapixel bezetten dus stilaan de markt van de traditionele compactcamera en de pocketcamera. De bediening van deze toestellen hoort dan ook zo eenvoudig te zijn dat het hele gezin er mee aan de slag kan.

Testmethode
De toestellen uit de test werden gebruikt onder verschillende lichtomstandigheden: daglicht en kunstlicht, met en zonder flash. Om de foto’s van de verschillende camera≠s optimaal te kunnen vergelijken kozen we voor de referentieopnamen bij elk apparaat vanzelfsprekend de hoogst mogelijke resolutie en de laagste compressie. De automatische witbalans werd gebruikt en de beelden werden opgeslagen als JPEG-bestand. De gebruikte brandpuntsafstand bij de zoomlenzen wordt bepaald door de brandpuntsafstand van de camera’s met vaste lens zodat een zo groot mogelijke uniformiteit bij de beelduitsnede wordt verkregen. De meegeleverde software werd geïnstalleerd op een pc met een Pentium III 500 MHZ processor met 256 MB SDRam geheugen. Het besturingssysteem was Windows XP home Edition. Ook de software werd beoordeeld op gebruiksvriendelijkheid en mogelijkheden.

Kooptips
– Ook als je camera reeds voorzien is van een vast ingebouwde geheugenmodule, moet het toestel uitgerust zijn met een slot voor verwisselbare geheugenkaartjes.
– Aangezien er steeds weer types geheugenkaartjes op de markt komen, kan het de moeite waard zijn om even na te gaan of je al in het bezit bent van een apparaat, zoals een PDA of MP3-speler, dat voorzien is van CompactFlash, SmartMedia of een ander geheugentype. Je kan dan de geheugenkaartjes in beide apparaten gebruiken.
– Zorg ervoor dat je camera voorzien is van zowel een optische zoeker, als een LCD schermpje. De LCD-monitor laat je toe het onderwerp nauwkeurig in beeld te brengen, maar is vaak minder duidelijk af te lezen op een heldere dag of bij zonlicht. Een optische zoeker laat je toe vluchtige onderwerpen snel in beeld te brengen.
– Oplaadbare batterijen en accu’s zijn niet alleen milieuvriendelijker, maar vergroten ook je actieradius.
– Test bij aankoop de ‘shutterlag’. Dit is het tijdsverloop tussen het moment dat je de ontspanknop indrukt en het moment dat de foto effectief genomen wordt. Is dit te lang, gaan actiefoto’s de mist in.
– Vaak is het leuk om de foto’s samen met de familie op TV te bekijken. Dit kan heel eenvoudig door je toestel dmv een kabeltje met je TV te verbinden. Kijk bij aankoop even of het toestel over een video-out-aansluiting beschikt.
– Digitale camera’s worden alsmaar kleiner. Kies echter een toestel dat prettig in de hand ligt. Kerels met grote handen kunnen beter overweg met wat grotere apparaten.
– Voor wie nog niet vlot overweg kan met beeldbewerkings software: met bepaalde toestellen kan je afdrukken maken zonder computer. Je sluit je camera direct aan op je printer.