Digitaal nihilisme

3
17

In een essay over ict op school stellen Werner Govaerts, van de Antwerpse Rudolf Steineracademie Antwerpse Rudolf Steineracademie, en Hans Annoot, Steinerschool-begeleider, dat computers in het onderwijs meer schade berokkenen dan dat ze pedagogisch nut hebben. Volgens de auteurs forceert de overheid het computer- en internetgebruik in de scholen uit puur economische motieven. In De Morgen (11/9/03) drukt Annoot het zo uit: “Net zoals een school leerlingen niet met een videotoestel of een friteuse leert werken, hoort het leren gebruiken van een pc evenmin in de klas thuis.”
Govaerts en Annoot citeren instemmend de Braziliaanse professor computerwetenschappen Valdemar Setzer, die het een grote drogreden vindt dat kinderen en jongeren met computers moeten leren omgaan omdat ze anders achterstand zullen oplopen in hun latere zoektocht naar een job. Setzer beweert dat computers zo eenvoudig worden en de on line helpfuncties zo krachtig dat iedereen op gelijk welke leeftijd een computer kan leren gebruiken. Die vaardigheid hoeft, aldus Setzer, niet op school te worden onderwezen.

Pertinente bedenkingen
Bij Agoria zullen ze dit niet graag horen en ik vermoed dat de meeste lezers van deze column de beweringen van de Steineracdemie eveneens grote onzin vinden. Toch staan er in het essay enkele pertinente bedenkingen over ict op school. De auteurs stellen bijvoorbeeld vast dat bij de invoering van de computer op school het paard vóór de kar werd gespannen. De infrastructuur kwam éérst en pas daarna begon men na te denken over een pedagogisch project.
Dergelijk project is er voor wat de ict betreft eigenlijk nog steeds niet. Erger nog: er bestaat nauwelijks wetenschappelijk onderzoek over het gebruik van de computer op school. Het Vlaamse Departement van Onderwijs geeft op zijn website zélf toe dat een systematisch wetenschappelijk onderzoek naar de meerwaarde van de introductie van ict op school ontbreekt. Het handvol bestaande onderzoeken werd bovendien gesponsord door computerfirma’s of uitgevoerd door onderzoekers die werken in de technologiesector. Toch wordt er heel wat gemeenschapsgeld geïnvesteerd in ict op school, volgens sommigen trouwens nog veel te weinig. Wie weet blijken die forse investeringen, bij nader onderzoek, weggegooid geld te zijn?

Mensopvatting
Het essay van de Steineracademie wordt nog interessanter wanneer de auteurs ingaan op wat een computer eigenlijk is. Spontaan zou ik antwoorden: een werkinstrument. Govaerts en Annoot tonen echter aan dat een computer geen neutraal werkinstrument is. Achter de ict gaat een bepaalde mensopvatting schuil, die niet noodzakelijkerwijze overeenstemt met de mensopvatting van – bijvoorbeeld – de aanhangers van de antroposofie, de filosofie die ten grondslag ligt aan de Steiner-pedagogie. Sommigen zijn het niet eens met het ‘digitale nihilisme’ dat de mens reduceert tot de fysische processen die zich in zijn hersenen afspelen. Het is filosofisch niet neutraal om, zoals (bijvoorbeeld) Ray Kurzweil in Het tijdperk van de lerende computers, te concluderen dat de mens ‘vermoedelijk’ een (erg ingewikkelde) machine is. Die opvatting mag en moet in vraag worden gesteld.
Een kritische geest is trouwens een vaardigheid die in onze zogenaamde kennismaatschappij steeds belangrijker wordt. Het onderwijs zou, aldus de auteurs, in plaats van zich uitsluitend te concentreren op technologische vaardigheden, beter jongeren een stevig oordeelsvermogen aanleren.
Het is moeilijk om in minder dan zeshonderd woorden recht te doen een essay van honderd pagina’s. Er staan nog meer provocerende (in de goede betekenis van het woord) zaken in Kritische noten bij de invoering van computers in het onderwijs. Ik raad iedereen die met de ict begaan is de lectuur ervan aan.

Kritische noten bij de invoering van computers in het onderwijs

Vorig artikelVoor elk wat wils
Volgend artikelAll-in-one fotobewerkingspakket
Jozef Schildermans
Jozef Schildermans is journalist en schrijver. Zijn recentste roman is De reis van de hofarts (samen met Ludo Schildermans) onder de auteursnaam L.J. Schildermans gepubliceerd bij Uitgeverij Houtekiet.

3 REACTIES

  1. Niet dat ik weet .

    Ik dacht dat wij, vanuit de onze speerpunt positie in de ICT-sector, reeds aan onze maatschappelijke plicht voldaan hadden door de aandacht te vestgigen op de nieuwe persoonlijksvaardigheden en attitudes van belang in een kennismaatschappij.

    De kernactiviteit van de ondernemingen blijft echter het creëeren van economische groei waarmee anderen – de overheid – instaan voor het algemeen onderwijs en vorming. Het spreekt vanzelf dat ook de ondernemingen instaan voor voming van de voor hen specifieke processen en producten

  2. Beste Karel, is er ondertussen onderzoek gebeurd of gepland naar of die doelstellingen (gedeeltelijk) werden gehaald?

  3. Beste Jozef en auteurs van het essay \’Kritische noten bij de invoering van computers in het onderwijs\’

    Als ex-Agoriaan en indertijd (1997) één van de meest fervente initiatiefnemers van het PC/KD project kan ik je met de hand op het hart bezweren dat het nooit de bedoeling was ‘te leren over computers\’. Daarvoor bestaat de richting TSO \’informatica\’. Noch was het de bedoeling PC’s in te voeren in het lager onderwijs.

    Het was van begin af aan de bedoeling om, tijdens de vaklessen, de leerlingen nieuwe persoonlijkheidsvaardigheden en attitudes bij te brengen: communicatieve vaardigheden, team – en projectwerking, synthese (de critische geest !), strategisch meedenken met anderen. Wij gingen er van uit dat in een kennismaatschappij deze vaardigheden en attitudes enorm aan belang winnen.

    Het secundair onderwijs moest ‘ontstoft’ worden. Net als in de Steinerscholen minder ‘stof’ en meer tijd voor het inoefenen van de hogervermelde houdingen en vaardigheden – toevallig met internet en multimedia als een hulpmiddel en niet als een doel. Het had evengoed gekund met behulp van het boek (zelfstudie) en de bibliiotheek.

    De leraar – in het secundair onderwijs – moest zich geleidelijk aan omturnen van een ex-cathedra lesgever tot een coach van een discussie-klas. Het was alles behalve de bedoeling dat hij les zou geven ‘over’ de computer. Hij moest zelfs de computer niet kunnen bedienen. Dat leren de leerlingen intituïtief aan zichzelf. Het was ook niet de bedoeling dat ALLE leraars zichzelf gingen omscholen tot een coach van een cyber-klas. Wij wilden net dat gedurende geruime tijd er twee soorten leraars bleven lesgeven: de ‘klassieke’ leraar ‘kennisoverdrager’ en de ‘nieuwe’ leraar coach. Tot wetenschappelijk bewezen was welke benadering vooral moest doorgezet worden. (Een blijvende combinatie van de begeesterende leraar kennisoverdrager en van de begeesterende coach die aanzet tot teamwerking, critische geest , zelfredzaamheid en permanente ad-hoc vorming?)

    Om deze twee programma’s naast elkaar te laten lopen was het wel nodig dat er per klas twee à drie PC’s geinstalleerd werden. Wij dachten dat dit niet de kar voor het paard spannen was. Het ging er vooral om de nodige hulpmiddelen aan de hand te doen aan die leraars die zich reeds geroepen voelden om, tijdens hun vaklessen, hun leerlingen nieuwe personaliteitsvaardigheden te laten inoefenen nodig in de zich snel vernieuwende maatschappij.

    Wij dachten ook dat de ‘nieuwe’ leraars coaches, door hun lichtend voorbeeld, geleidelijk aan hun meer conservatieve collega’s zouden aansporen om ook nieuwe paden te bewandelen .. en ik begin meer en meer positieve feedback in deze zin te krijgen !

    Met vriendelijke groet

    Karel Uyttendaele
    Directeur beleidscel Staatssecretaris ‘Informatisering van de Staat’

Reacties zijn gesloten.