Desktoplaserprinters

De inkjetprinter is veruit de populairste printer voor thuisgebruik en dat vinden we niet meer dan normaal. Immers, voor relatief weinig geld koop je je een inkjetprinter die prima overweg kan met
alle soorten documenten gaande van pure tekst tot fotorealistische afdrukken. Vooral dit laatste spreekt heel wat mensen aan, zeker als je weet dat ook digitale fotocamera’s alsmaar meer gebruikt
worden. Toch is in een kantooromgeving een inkjetprinter veel minder populair. De laserprinter komt hier veel meer voor. Daar zijn verschillende redenen voor: een laserprinter heeft een lagere
kostprijs per pagina, biedt meer netwerkfunctionaliteit, drukt sneller af en kan over het algemeen beter overweg met niet-kleurendocumenten.

Thuisgebruikers die dagelijks printen en geen behoefte hebben aan kleur, kunnen dus zeker een laserprinter overwegen. Op middellange termijn verdient een laserprinter zichzelf terug in vergelijking
met een inkjetprinter: de dure inktcassettes voor inkjetprinters drijven de kostprijs per pagina immers flink op.


Instaplaserprinters zijn er in twee soorten: je hebt de printers die enkel onder Windows kunnen werken, de zogenaamde GDI-printers of “Windows Printing System” printers. Dergelijke printers zijn een
flink stuk goedkoper in de aanschaf, maar hebben wel hun beperkingen. Zo hebben ze een beperkt intern geheugen om de prijs te drukken, maar dat heeft tot gevolg dat bijna al het werk voorafgaand aan
het eigenlijke afdrukken gedaan moet worden door de pc. Dat vertraagt natuurlijk het afdrukken, al zou je daar met de huidige generatie computers niets meer van mogen merken. Wel hebben dergelijke
printers een beperktere resolutie. Aan de andere kant heb je de “volwaardige” laserprinters met voldoende geheugen voor het afdrukken van vrij complexe documenten en grafieken in verschillende
grijswaarden en die dit ook kunnen doen aan een hogere resolutie, hoger dan 600 op 600 dpi. Dergelijke printers hebben meerdere opties zoals PostScript en kun je gemakkelijker in een klein netwerkje
plaatsen. Heel soms, zoals de Xerox DocuPrint P-1210 die al anderhalf jaar op de markt is, zijn het printers die in het begin van hun carrière vrij dure netwerkprinters waren van duizend euro of meer,
en nu voor iets meer dan de helft van die prijs aan de man worden gebracht.

Installatieperikelen
Installeren van een printer is in principe kinderspel, tenminste wanneer je gebruik maakt van de parallelle poortaansluiting. Wanneer je de modernere USB-aansluiting gebruikt, kan een en ander toch
nog worden verbeterd aan de installatieprocedures van verschillende printers. Het komt immers vrij vaak voor dat je wel kunt kiezen tussen parallelle poort en USB en dat de correcte printerdriver
wordt geïnstalleerd, maar dat foutief nog de parallelle poort wordt opgegeven in plaats van USB. Je moet dit dan manueel wijzigen in Windows door op Start te klikken, daarna naar Instellingen en
Printers te gaan. Dan moet je met de rechtermuisknop klikken op de printer en Eigenschappen kiezen. Kies dan het tabblad Details en uit de lijst onder “Afdrukken naar de volgende poort” kies je dan de
geïnstalleerde virtuele USB-poort. Het lijkt ingewikkeld, maar het is sneller gefikst dan je denkt. Het blijft echter een nalatigheid van de fabrikant in de installatieprocedure.