Kneuzenbrigade of de bevooroordeelde pers

0
14

‘Een kneuzenbrigade die als honden kwispelend opspringt naar het kruis van de gevestigde orde.≠ Zo omschrijft tv-maker en filmer Theo van Gogh de Nederlandse parlementaire pers. Ongelijk kun je hem niet geven. De paar parlementaire journalisten die we persoonlijk kennen zijn salonsocialist en ‘reuze onpartijdig’. De affaire Fortuyn en, wat langer geleden, de perikelen rond zender Sport 7 laten zien dat objectieve berichtgeving niet direct hoog op het prioriteitenlijstje staat bij de gemiddelde verslaggever. Dat geldt ook voor de gemiddelde ICT-verslaggever.

In de Verenigde Staten schreef tv-veteraan Bernard Goldberg vorig jaar een geruchtmakende bestseller onder de titel ‘Bias’. In het boek veegt hij de vloer aan met de Amerikaanse televisie-journalistiek. Die is volgens hem behept met een ‘liberal bias’.

Zou er ook zo’n ‘bias’ bestaan in de berichtgeving over ICT, vraag je je dan af? Reken maar van yes. Direct schieten ons twee gevallen van ‘gekleurde nieuwsgaring’ te binnen. Het betreft de berichtgeving in de massa-media over Microsoft en UPC.

Nog tot 1995 was Microsoft zo onbekend bij de landelijke media dat nieuwslezeres Noraly Beyer de naam op zijn Nederlands uitsprak als ‘Miekrosoft’ (bij de introductie van Windows 95). Inmiddels is men overgegaan op het fonetisch correcte ‘Maicrosoft≠. De aanvankelijke onbevangenheid is omgeslagen in een kritische houding.

Het vooringenomen toontje komt niet uit de lucht vallen. Microsoft wordt bij de massamedia gezien als een ‘rijk van het kwaad’. Een bedrijf dat met nietsontziende kapitalistische methoden zijn concurrenten een loer draait en ze één voor één ‘kalt stelt’ om zo uiteindelijk de alleenheerschappij, zoniet werelddominantie, te verkrijgen. Daarna kan men ongestraft de prijzen omhoog jagen. De klant en de innovatie zijn uiteindelijk de dupe. Vreemd genoeg haalt Microsoft dit kunststukje uit met, aldus diezelfde critici, buggy software die daarenboven geplaagd wordt door talloze veiligheidslekken. Een onverklaarbaar fenomeen dat de critici alleen maar nog meer schraagt in hun overtuiging.

Waar Microsoft op weinig consideratie mag rekenen in Nederland, komen de talloze nationale kartels en monopolies (KPN voorop) er opvallend genadig vanaf in de pers. Zo zagen we schrijvers ongestraft bij de opening van het boekenbal hun steun betuigen aan de vaste boekenprijs. Blijkbaar doet het er toe wie u een poot wil uitdraaien. De nerd Bill Gates mag dat niet, een behoeftige, arrogante intellectueel wél.

Ook kabelbedrijf UPC krijgt in de massamedia al twee jaar een slechte pers. Dit bedrijf heeft het er naar gemaakt. Het dreigen met juridische stappen tegen een columnist van beleggerswebsite IEX was wel de druppel die emmer deed overlopen wat ons betreft. Maar er doet zich in dit geval iets vreemds voor. Toen er écht wat schortte aan de prestaties van UPC≠s Internet provider Chello, we schrijven het jaar 1998, bleef het oorverdovend stil. Pas nadat de technische problemen bij de provider voor een goed deel zijn opgelost, barst de kritiek los. De helpdesk is slecht en is onderbemand, de Internet-verbindingen zijn traag en onbetrouwbaar, de facturen deugen niet en de telefonie-activiteiten zijn mislukt.

Dat UPC’s kabelprovider Chello ondanks alles in het afgelopen vierde kwartaal van 2001 het aantal abonnees wist op te voeren van 476.000 naar 524.000 (waarvan ruim 220.000 in Nederland) is opmerkelijk. Hoeveel nieuwe abonnees had Chello wel niet kunnen bijschrijven als men een beetje beter zijn best had gedaan? Onderzoeken uit onverdachte hoek (Mordax en Speedtest) laten zien dat Chello≠s kabel internet door de bank genomen twintig procent sneller is dan KPN’s Mxstream. Daarnaast kost het ook nog eens twintig procent minder.

De weerzin tegen UPC maakt het ook eenvoudiger om te generaliseren en daarbij de gehele kabelsector in een kwaad daglicht te stellen. Sommige journalisten willen daarbij hun duim nog wel eens raadplegen. Zo wordt in het blad QPF Finance door columnist Kaj Leers gesteld dat de telecombedrijven met ADSL veel minder per aansluiting hoeven te investeren dan de kabel Internet-aanbieders. Het is natuurlijk precies andersom.

Bovendien is met behulp van nieuwe standaarden (Docsis 1.1 en Docsis 2.0) de kabelindustrie nu eindelijk ook in staat Internet-toegang in diverse smaken aan te bieden. Juist de spotgoedkope, geknepen ‘allways on’-versies van kabelinternet blijken het marktaandeel van de kabelaars op te stuwen. Zeelandnet en Kabelfoon hebben dat aangetoond. Ze zijn er in hun regio≠s in geslaagd om aan dertig procent van hun tv-kabel klanten voordelige Internettoegang te verkopen.

Maar er is meer. Het is voor kabelaars betrekkelijk goedkoop om de snelheid van kabel-internet met een factor tien op te voeren. Een kabelverbinding kan in theorie 10 Gigabit-per-seconde (u leest het goed, 10 Gbps) vervoeren met de chips van Rainmaker Technologies. Om een idee te geven: de chips kosten $10 per stuk en er zijn er twee nodig voor elke abonnee. Kabelnetwerken kunnen met technologie van bedrijven als Narad Networks en Rainmaker zo’n twintig jaar langer mee dan we eerst dachten. Peperduur glasvezel naar de voordeur aanleggen, begint verdacht veel te lijken op de ICT-variant van de Betuwelijn. Vreemd dat we dat nu nooit horen als er weer zo’n glasvezelproject in Eindhoven, Rotterdam of Amsterdam wordt aangekondigd door politici.

Vorig artikelInternet in België groeit minder snel
Volgend artikelExtra Xbox-solden