Een webdesigner moet zowat van alle markten thuis zijn, maar zijn ‘core business’ blijft toch nog altijd het (visueel) aantrekkelijk maken van zijn virtuele creaties. Dit boek reikt hem een hele reeks hulpmiddelen aan die z’n job efficiënter en makkelijker moeten maken.
2Uit het voorwoord blijken al dadelijk de torenhoge aspiraties van dit boek, want het zou zowel beginners, gevorderden als professionals moeten kunnen bekoren. Kan best zijn, maar toch hebben we daar onze bedenkingen bij. Zo wordt gevorderden meteen aangeraden het eerste hoofdstuk over te slaan, en krijgen we bij het hoofdstuk WYSIWYG-editors een opsplitsing voor beginners én gevorderden. Frontpage 2000 bijvoorbeeld krijgt een plaatsje in deze laatste rubriek, maar dan lezen we daar storende — want overbodige — toelichtingen als “de naam van het huidige geopende bestand ziet u in de titelbalk boven het grote, witte invoervlak”… Belangrijke informatie dan weer zoals de noodzaak om op de webserver ‘frontpage extensies’ te installeren voor heel wat componenten, missen we dan weer.
Tools
Toch is het geen slecht boek want er komen toch ook een hele reeks tools aan bod die beide categorieën kunnen aanspreken, maar de vraag blijft of zo’n boek uiteindelijk niet beter in twee aparte boekdelen wordt uitgesplitst. Deze tools worden netjes verdeeld over een 20-tal hoofdstukken. Je vindt er zoals gezegd webeditors in terug, maar ook talrijke (hulp)programma’s voor het creëren en optimaliseren van onder meer webafbeeldingen, logo’s, knoppen en imagemaps. Verder krijg je ook een pak handige software voor het aanmaken van Java(scripts), het offline browsen, het testen en optimaliseren van je site, ftp-clients, en tools voor het aanmelden bij zoekrobots. Heel wat van deze programma’s vind je trouwens (al dan niet als proefversie) op de meegeleverde CD-ROM. Alles wordt weliswaar vrij overzichtelijk gepresenteerd, maar toch wordt de logica soms ook wel eens wat geweld aangedaan, bijvoorbeeld door het in hoofdstuk 13 over DHTML te hebben en pas drie hoofdstukken verder CSS te behandelen. Redundantie en overlapping is wel min of meer inherent aan de opzet van zo’n boek. Zo krijg je bijvoorbeeld een hele reeks parallelle programma’s voor beeldbewerking voorgeschoteld. Op grond van de beknopte beschrijvingen dien je er dan jouw favoriet uit te kiezen. Gelukkig stelt de auteur af en toe ook wel complementaire tools voor (zoals bij het onderdeel kleurbeheer, of bij hulpmiddelen voor het testen en optimaliseren van je site), wat het boek al dadelijk een stuk interessanter maakt. De auteur kan natuurlijk ook niet alle interessante (én betaalbare) software kennen of voorstellen, maar af en toe kun je toch wel van een duidelijke lacune spreken. Zo bijvoorbeeld komt het (dure) Flash wel aan bod, maar spreekt hij met geen woord over het compatibele (maar veel goedkopere) Swish.
Een boek dat (ongetwijfeld om commerciële redenen) net iets te veel hooi op z’n vork neemt, maar dat uiteindelijk toch best bruikbaar is voor zowat iedereen die het webdesign ernstig neemt.
èWebdesigntools / Marco Abrar — Brussel/Haarlem: Easy Computing — taal NL – 474 p — ISBN 90-5167-345-0 – paperback — bijlage: 1 CD – 27 euro