Hoe voorkom je besmetting?

Het voorkomen in plaats van genezen van virusbesmettingen is natuurlijk de beste manier om jou of je bedrijf tegen schade te beschermen. Als een virus zichzelf niet binnen je systemen kan nestelen, kan het je software en gegevens ook niet beschadigen. De volgende stappen kunnen genomen worden om te voorkomen dat een `schoon’ systeem besmet raakt met een virus.
Training
Het is een goed idee voor bedrijven om werknemers die toegang hebben tot de computers van dat bedrijf een trainingssessie in verband met de dreiging van computervirussen te doen ondergaan. Het is cruciaal dat werknemers zich realiseren hoeveel schade een virus kan veroorzaken. Particulieren zorgen best dat ze weten wat een computervirus precies is en hoe dat te werk gaat, onder meer door het lezen van artikels zoals dit.

Richtlijnen en werkwijzen
Het bedrijf of de organisatie bereidt best een stel richtlijnen (gedragsregels) voor over viruspreventie. Deze richtlijnen moeten onder meer de volgende punten bevatten: strenge controle op het gebruik van freeware en shareware programmatuur (die kan meestal gratis ergens afgehaald worden); zorgen dat op iedere computer regelmatig een virusdetector gedraaid wordt; zorg dat mensen die de computers moeten gebruiken weten waar ze terecht kunnen of wat ze moeten doen als ze een virus ontdekken; eventueel gedrukte instructies over wat er moet gebeuren om een virusinfectie de kop in te drukken nadat ze vastgesteld werd; hoe te herstellen van virusschade, inbegrepen regels voor het maken van backups. Particulieren moeten dit natuurlijk ook weten. Zij zullen echter niet zonder meer de vaak erg leuke freeware en shareware die je overal kunt binnenhalen willen opgeven. Je kunt echter wel zorgen dat je altijd de laatste versie van een goeie virusdetector in huis hebt. Laat die virusdetector dan los op nieuwe software voordat je die draait. Dit is de enige manier om besmetting zoveel mogelijk te voorkomen, behalve dan helemaal geen vreemde software draaien.

Preventie
In feite komt preventie neer op het gebruiken van gezond verstand. Als eender wie eender welke software op je computer kan starten, dan vrííg je gewoon om een virusinfectie. Weer vreemde diskettes uit je bedrijf en van je computers, dan heb je al de vaakst voorkomende oorzaak van infecties uitgeschakeld. Een goede vuistregel is: laat altijd een virusdetector los op een gevulde diskette voordat je die inleest in je computer. Doe dat ook voor diskettes die van andere bedrijven en zelfs van software- leveranciers komen! Deze bedrijven zijn immers net zoals jij niet immuun voor computervirusinfecties. Hetzelfde geldt voor programma’s die je van het Internet plukt of van een BBS haalt: altijd eerst aftasten met een virusdetector.

Blokkeren
Het probleem met detectie is dat het helaas alleen werkt voor virussen die al bekend zijn bij het programma. Dat is zoiets als je huis tegen inbraak beveiligen door foto’s van alle bekende inbrekers aan een bewaker te geven. Als een inbreker opdaagt waarvan de bewaker geen foto heeft, zou hij hem zijn gang laten gaan. Dat is dus helaas de situatie met virusscanners. Vandaar dat er nog een andere vorm van preventie noodzakelijk is: naast de detectie moet de software onbekende kwaadaardig spul kunnen blokkeren. Hierbij zal een achtergrondtaak voortdurend Windows in de gaten houden. Als een applicatie probeert systeeminstellingen of -bestanden te wijzigen, zal deze achtergrondpreventie dat blokkeren en onmiddellijk de gebruiker waarschuwen. Een van de beste oplossingen hiervoor komt van eSafe Desktop, maar als je daar de beveiligingsmaatregelen volle bak hun gang laat gaan krijg je zoveel waarschuwingen links en rechts dat er niet meer te werken valt. Je zult dus de blokkeringsfuncties zo moeten instellen dat er een gezond evenwicht bereikt wordt tussen beveiliging en werkbaarheid. Misschien is Norton Internet Security 2000 wel iets voor je (lees ons testverslag).