De rijkdom van AutoCAD 2000

0
21

Heel uitzonderlijk schopt een programma het tot absolute standaard in zijn domein. Wie bijvoorbeeld fotobewerking zegt, zegt Photoshop. Rond dergelijke progamma’s ontwikkelt zich, naast een stevige gebruikersbasis, een heuse industrie van zogenaamde plug-ins, die de functionaliteit nog sterk uitbreiden. Van hetzelfde onbetwistbare meesterschap, maar dan in de wereld van CAD, getuigt AutoCAD, van Autodesk.
acad04
Het verhaal van AutoCAD begint in 1982. MicroCAD draaide op CP/M-computers, en zette de bakens uit voor ontwerpen met de pc. Kort daarna werd het programma herdoopt in AutoCAD, en veroverde het snel de wereld van de ingenieurs, architecten, elektronische ontwerpers enz. Veertien versies zagen het levenslicht. En nu is er, een aantal maanden alweer, AutoCAD 2000. Blijft dit programma de markt ongenadig domineren, voor concurrenten slechts wat kruimels overlatend? Geen twijfel aan.

Domme dongle
AutoCAD 2000 wordt geleverd in een redelijk bescheiden pakket, met een User’s Guide, en met twee cd’s, een met het programma, een met een instructiepakket. De andere documentatie is online te vinden. Naast wat kleinere documenten bevat het pakket ook een Installation Guide van 170 pagina’s. Dat lijkt onheilspellend, maar de installatie verloopt zonder de minste hapering. En in tegenstelling tot wat je van een dergelijke joekel van een programma zou denken, stelt het slechts bescheiden eisen qua schijfruimte: met 200 MB kom je al toe voor de volledige installatie, inclusief de swap-bestanden.Bij het installeren hoor je ook een dongle in je parallelle poort te pluggen. Ook al begrijpen we wel dat AutoDesk een programma van ruim 100.000 fr. niet zomaar te grabbel wil gooien, we blijven het een onbeschaafd stukje hardware vinden. Niets aan te doen: zonder dongle geen AutoCAD 2000. Tenzij crackers de zaak inmiddels al omzeild hebben. Zoù kunnen.

Grondige vernieuwing
Release 2000 betekent voor AutoCAD éindelijk de volle integratie in de Windows-omgeving. De commando-regel is er nog wel, maar hoeft niet meer gebruikt te worden. Alles is toegankelijk via de rijke menu’s bovenaan of via het contextgevoelige menu onder de rechtermuisknop. Gebruikers die twee jaar lang versie 14 gebruikt hebben, zullen zich een beetje moeten herscholen, want de tijd dat de rechtermuisknop alleen maar ‘Enter’ betekende, is voorbij. De integratie van AutoCAD in de Windows-omgeving blijkt op vele manieren. Zo is er de vlotte omgang met OLE-objecten, die zich zonder problemen in een AutoCAD-tekening laten opnemen. Daardoor wordt het mogelijk om, bijvoorbeeld, geluids- of video-fragmenten te incorporeren in de AutoCAD-ontwerp. Ook tal van bitmap-formaten (JPG, TIF, BMP&) zijn vlot te integreren, evenals EPS (Encapsulated Postscript).Nog een andere Windows-traditie die naadloos in versie 2000 geïntegreerd werd, is de toegang tot tal van properties via de, tja, Properties-lijst. De verschillen tussen release 14 en 2000 zijn vrij ingrijpend, maar in de meeste gevallen gaat het om zeer lang gewenste ontwikkelingen. De totale omgeving wordt door AutoDesk Heads-up Design genoemd. Daaronder horen een resem nieuwe toegangs- en gebruiksmogelijkheden. We vermelden enthousiast de introductie van het MDE (Multiple Design Environment), waardoor je meerdere ontwerpen tegelijk open kunt hebben, en vrij van de ene naar de andere kunt slepen of kopiëren. Een andere — en wat ons betreft ook bij andere programma’s na te volgen vernieuwing — is de mogelijkheid om bestanden gedeeltelijk te openen. Daardoor zou je bijvoorbeeld alleen de ‘elektriciteit’ uit een volledig bouwplan kunnen lichten. In de praktijk is dit een uiterst zinvolle aanwinst.

Ontwerpcentrum
Van zéér groot praktisch belang is de invoering van het Design Center, waar alle benoemde componenten van alle openstaande tekeningen toegankelijk gemaakt worden als bouwstenen voor andere ontwerpen. Op die manier kan men zeer snel eigen bibliotheken van herbruikbare onderdelen aanleggen.AutoCAD voelt zich nu ook prima thuis in de 3D-wereld. Het renderen verloopt behoorlijk snel — AutoCAD is trouwens in het algemeen merkwaardig kwiek voor zo’n groot programma — en het resultaat, vooral in Gouraud-shading, mag gezien worden. Het bewerken van 3D-objecten kan nu in AutoCAD zelf, zonder de inbreng van een add-on. Nog een belangrijke nieuwigheid is de invoering van de zogenaamde layouts, toegankelijk via een tab onderaan de tekening. Daardoor werk je niet meer alleen in de klassieke ontwerpruimte, maar (bijvoorbeeld) op een A4-blad. Daardoor kan je een reeks onverwachte problemen voorkomen, die in vroegere versies pas opdoken op het allerlaatste moment, namelijk bij het printen of, vooral, het plotten.De manier waarop een ontwerp weergegeven wordt op het scherm, is sterk verbeterd en vooral heel wendbaar. Je kunt zelfs een ‘kijkgat’ (viewport) definiëren in de vorm van een onregelmatige veelhoek, met de mogelijkheid om bepaalde zoom- of pan-instellingen al dan niet toe te laten.

Open en Netgericht
AutoCAD heeft ook de weg naar het Internet gevonden. Een object op je tekening kan een Web-link worden (of een hyperlink naar een document op je schijf, de server of een Internet-site). De nieuwe ePlot-mogelijkheid (de e staat voor — u raadt het nooit – electronic) maakt het mogelijk om DWF-bestanden aan te maken: dat formaat is bestemd voor elektronische publicatie op het Web, mét behoud van alle attributen, maar zonder het risico dat de gebruiker je tekening gaat vermorzelen in zijn eigen AutoCAD-omgeving. Daar hoort ook de hele plot-definitie bij, waarin bijvoorbeeld lijndikten, papierformaat enzovoort nauwkeurig en transporteerbaar omschreven staan. Nogal wat browsers zullen trouwens zinvol gebruik kunnen maken van de gratis Whip!-viewer, waardoor een DWF-bestand bekeken kan worden per layer of op verschillende zoom-afstanden.AutoCAD heeft school gemaakt als voorbeeld van een open ontwikkelomgeving. Het aantal add-ons van andere leveranciers is dan ook niet bij te houden. Dat is in versie 2000 zeker niet slechter geworden, integendeel. Oudere routines, geschreven in AutoLisp, worden op eenvoudig verzoek netjes geconverteerd, voor zover we hebben kunnen nagaan zonder problemen. Alleen bij routines die zich met het plotten bezighouden, zouden er moeilijkheden kunnen opdagen, waarover later meer. Verder is de notoir onhandige AutoLisp-editor gevoelig verbeterd, bijvoorbeeld met automatische haakjes-correctie tijdens het schrijven van code. De stap tussen AutoLisp-code en Visual Lisp, te bereiken via het Tools-menu, is vrij klein, maar de mogelijkheden van Visual Lisp zijn véél groter.

COM en ActiveX
Verder kan de programmeur, zelfs degene die geen specialist in AutoCAD is, aan de slag met Visual Basic for Applications. Daardoor is het hele areaal van de COM- en ActiveX-componenten en van de Windows-API bereikbaar, op een manier die nauwelijks afwijkt van VBA zoals we dat kennen uit tal van andere Windows-applicaties. Daardoor kan bijvoorbeeld de interface van AutoCAD tot in den treure aangepast worden. We noemen maar wat: een lijn 1 graad laten roteren door op een spin button te drukken, had in AutoLisp héél wat voeten in de aarde. In VBA is het slechts een kwestie van zo’n knop op een form te deponeren, de nodige properties van de objects aan te passen en er de gewenste methods op los te laten. Een kind kan de was doen. Het wordt ook mogelijk om op deze manier vanuit AutoCAD COM-gevoelige applicaties — zoals de klassiekers van Office — aan te spreken.

Overstap
Een nieuwe versie van een programma met een grote gevestigde gebruikersbasis is geen eenvoudige zaak. Voor de overstap van versie 14 naar versie 2000 is er allicht nauwelijks een probleem. De bestanden zijn vrij uitwisselbaar — met dien verstande dat instructies die eigen zijn aan 2000, uiteraard niet in 14-formaat bewaard kunnen worden. Bewaren als versie 13 lukt gedeeltelijk, maar als versie 12 kan niét — tenzij als DXF-bestand, waardoor aanzienlijk wat informatie verloren gaat. De bedoeling van de meeste AutoCAD-ontwerpen is uiteraard om, na afloop van het ontwerp, een tekening op te leveren die op de werkvloer gebruikt kan worden. Dat betekent dus printen — wat aan Windows overgelaten wordt en geen problemen oplevert — of plotten, wat niét zo eenvoudig verloopt. Het probleem is dat versie 2000 op een grondig vernieuwde wijze met plotterinstellingen omgaat. Die kunnen nu in de tekening zelf bewaard worden, om maar iets te noemen. Wellicht is de nieuwe omgang met plotters béter dan de vroegere, maar de overstap van pakweg versie 14 naar versie 2000 verloopt op dit vlak lang niet zo naadloos als bijvoorbeeld met het bestandsformaat of de AutoLisp-routines gebeurd is. Gevestigde gebruikers klagen erover dat plotten in versie 2000 eigenlijk veronderstelt dat je de instellingen en automatiseringen van het plotten van de grond af opnieuw instelt. Nieuwe gebruikers vinden dan weer dat dit precies een stérkte is van versie 2000: wàt je instelt, doe je handiger. Wat daar ook van zij, allicht had de overstap hier soepeler gekund.

Winnaar
Tal van mogelijkheden en vernieuwingen zijn uiteraard onvermeld gebleven. We vermelden slechts ter illustratie: de vrij onverwachte connectie met OpenGL (v. 1.1) via de nieuwe Heidi 3D grafische machine, waardoor AutoCAD gebruik zou moeten kunnen maken van 3D hardware-versnellers, of de zeer uitvoerige Migration Assistance, waardoor de overstap naar versie 2000 vereenvoudigd wordt, of de band tussen AutoCAD en de database-wereld — en vele honderden grote en kleine aanpassingen.

Conclusie
AutoCAD 2000 is een duidelijk bewijs dat the grand old man bij AutoDesk nog altijd bijzonder alert en innoverend is. De breuk in de versietelling, van 14 naar 2000, is dan ook goed te begrijpen: het gaat om een programma dat helemaal nieuw oogt en voelt, maar dat anderzijds de gevestigde gebruikersbasis niet voor het hoofd stoot. De compatibiliteit met oudere versies is duidelijk een prioriteit van AutoDesk geweest — en ze zijn er in geslaagd om die te realiseren.
Adviesprijs
4000,00 euro
Systeemvereisten
32MB RAM; 200MB schijfruimte; Windows 95, 98, 2000 of NT, cd-rom
Vorig artikelSlim zaakje
Volgend artikelBingo in de ballenbak