Bang van Bach?

0
32

Bach mag. Niet alleen vindt excentriekeling Chris Duchauchoit dat, maar ook bij Easy Computing hebben ze oog voor ‘klassieke muziek’. Daarvan moet het Lexicon Klassieke Muziek getuigen. Volgend jaar is het trouwens het grote Bach-jaar, want dan is een van de grootste componisten aller tijden 250 jaar dood.
lexicon_klassieke_muziek
Het Lexicon Klassieke Muziek wil een overzichtelijke, doch volledige encyclopedie zijn van de klassieke muziek. Dat is vrij hoog gegrepen voor een product met een uiterst kleine redactionele bezetting. Een en ander oogt fraai en het scepticisme van het begin maakt plaats voor enthousiasme. Het beginmenu ziet er alleszins veelbelovend uit: niet alleen de grote componisten komen aan bod, maar er is ook aparte aandacht voor opera en ballet, beroemde muzikanten, muziekinstrumenten en interactieve stijloefeningen. Je kunt zelfs een beknopte cursus notenleer krijgen en een overzicht van de stijlrichtingen in de klassieke muziek ontbreekt al evenmin. Alles is heel fraai gepresenteerd, al vind ik het navigeren doorheen de geboden informatie niet altijd even intuïtief.

Schijn bedriegt
Mijn gewonnen enthousiasme gleed evenwel terug naar het scepticisme van het begin. Mijn vermoedens zijn bewaarheid. Het is effectief onmogelijk met een dergelijke kleine redactie zo’n complex geheel van lemmata, interactieve items en allerlei verwijzingen volledig te beheren. Een kleine steekproef bewijst het. Klik je op Johann Sebastian Bach, dan krijg je een interactief item met op de achtergrond een stukje muziek dat representatief moet zijn voor de componist. Bij Bach is dit nog goed, maar bij Georg Friedrich Händel bijvoorbeeld loopt het mis. Je hoort wat anders dan vermeld. Bij Joseph Haydn hoor je helemaal niks, al zou je een fragment uit Die Schöpfung moeten horen. Of had God nog niks geschapen? Ook elders loopt het systeem van de verwijzingen en koppelingen in de soep.

Onevenwichtig
Ook de inhoud is vrij onevenwichtig en niet altijd even accuraat. Zo is de muziek vóór pakweg 1600 aangeduid als ‘Renaissance’, hoewel de Middeleeuwse muziek en de beginjaren van de polyfonie verre van ‘Renaissance’-muziek zijn. Uit die periode vind je wel korte biografieën van de meeste Vlaamse polyfonisten, maar geen uitgebreide lemmata. Ik zie evenwel niet in waarom muziek van bijvoorbeeld Orlandus Lassus, Palestrina en zeker Monteverdi minder belangrijk zou zijn dan de latere periodes.

Informatie?
De lemmata van de belangrijkste componisten bulken overigens ook niet uit in informatie. Die is vrij beperkt en beknopt. Voor de leek misschien net voldoende om de interesse warm te houden, maar echte muziekliefhebbers blijven toch op hun honger zitten. Om het even bij Bach te houden: men bestaat het met geen woord te reppen over het omvangrijke Cantatewerk dat bijna een vijfde van alle composities van de Thomascantor uitmaakt. Wel suggereren de auteurs dat Bach pianomuziek zou hebben gecomponeerd. Huh? Dat is even belachelijk dan te beweren dat de brave man muziek voor synthesizer schreef. Uiteraard bedoelen de auteurs klavecimbelmuziek, geen pianomuziek.

De muziekfragmenten
Hetzelfde kan worden gezegd van de muziekfragmenten. Sommige zijn van zeer goede opnamen, andere fragmenten zijn amper om aan te horen. Vooral de stukjes barokmuziek zijn dikwijls van een belabberde kwaliteit. Enige referentie over de uitvoerders ontbreekt totaal. Het was natuurlijk te vrezen dat de kwaliteit van de muziekfragmenten het zwakke broertje zou zijn. Immers, de beste uitvoeringen vergen de hoogste royalty’s. Om de kosten te drukken doet men dus een beroep op minder bekende opnamen. Deze zijn niet altijd slecht, toch is dit dikwijls wel het geval. Neem nu de Air uit de derde Orkestsuite van Bach. Dit fraaie, frivole stukje muziek is in de jaren 50 al eens wansmakelijk verkracht door de orkestratie van Leopold Stokovski. De versie die je voorgeschoteld krijgt is zo saai en stroperig, dat je eerder een afkeer van Bach krijgt dan interesse in ’s mans muziek. Je hoort dat de sukkelaars amper hun instrument in hun pollekes kunnen houden.

Conclusie
Voor een introductie in alle aspecten van wat in de volksmond ‘klassieke muziek’ heet, is deze cd-rom een aardig pakketje. De belangrijkste lemmata zijn bovendien gekoppeld aan bijkomende informatie op het web. Wie wat dieper graaft in de inhoud en de muziekfragmentjes naar uitvoering beter kan beoordelen, ziet dat deze Lexicon Klassieke Muziek onevenwichtig is samengesteld. En dan heb ik het nog niet gehad over de slordigheden in de verwijzingen. De melomaan blijft dan ook op zijn honger zitten.
Systeemvereisten
¢Minimum een Pentium 166 MHz, Windows 95/98 met 32 MB intern geheugen, SVGA grafische kaart, 2-speed cd-rom, geluidskaart en 30 MB vrije ruimte op de harde schijf.
Vorig artikelDe eeuw op zes cds
Volgend artikelBlokken achter je pc