Home Onderwerpen Netwerken

Onderwerp: Netwerken

Internetprotocols (deel 5)

Bovenop de transportlaag met tcp draait de applicatielaag: applicaties praten met elkaar in een client-/serverconfiguratie met behulp van een applicatieprotocol. Een daarvan is de opdrachtregel op afstand met TELNET of SSH.

Internetprotocols (deel 6)

Alles over de werking van file transfer protocol (ftp).

Van IPv4 naar IPv6

De ip-adressen raken op. Momenteel werken we nog allemaal met IPv4, dat ip-adressen met een lengte van 32 bits gebruikt en dat kunnen er dus maximaal zo'n 4,3 miljard zijn. Er bestaat een oplossing, maar dan moeten we overstappen naar IPv6.

Configuratieprotocols 1

Vanaf dit deel bekijken we het configureren van een tcp/ip-netwerk. We beginnen met de begintoewijzing van ip-adressen en te gebruiken servers, en volgen dat uiteraard op met de applicatieprotocollen die daarvoor gebruikt worden. Ifconfig, dhcp en dns zijn hierbij de toverwoorden.

Configuratieprotocols 2

IP-adressen toewijzen kan op allerlei geautomatiseerde manieren. In dit deel van onze netwerkcursus behandelen we er twee: RARP en BOOTP.

Configuratieprotocols 3: DHCP

In het vorige deel bekeken we hoe een netwerksysteem automatisch geconfigureerd kan worden met RARP en BOOTP. In dit deel behandelen we het meest gesofisticeerde configuratieprotocol: DHCP.

Configuratieprotocols 4 – DNS (3 – BIND)

IP-adressen zijn voor mensen moeilijk te onthouden, wij werken liever met namen. Al die namen moeten wel eerst vertaald worden naar een ip-adres voordat computers er weg mee weten. Het DNS-protocol zorgt daarvoor. In deel 3 van onze DNS-cursus hebben we het over BIND.

Configuratieprotocols 4 – DNS (2)

IP-adressen zijn voor mensen moeilijk te onthouden, wij werken liever met namen. Al die namen moeten wel eerst vertaald worden naar een ip-adres voordat computers er weg mee weten. Het DNS-protocol zorgt daarvoor (deel 2).