Versnelling hoger

Bij Intel blijft kloksnelheid de belangrijkste indicator voor snelheid. Enkele maanden terug namen we nog de 2,2 GHz-versie van de Pentium 4 onder de loep die met een verdubbelde L2 cache en de .13 micron Northwood-processorkern veel indruk maakte. Vandaag doet Intel daar 200 MHz bij en komt het tegelijkertijd opdraven met een Front Side Bus van 533 MHz – vandaar de ‘B’ in de benaming. Maar ook concurrent AMD probeert zich bij te benen en introduceerde de Athlon XP 2100+ met een kloksnelheid van 1,73 GHz. Wie van de twee mag zich kronen tot snelste desktopprocessor?

Processoren worden alsmaar sneller en voorlopig lijkt er dan ook geen eind te komen aan de wet van Moore die stelt dat om de achttien maanden er een verdubbeling optreedt van het aantal transistors
(en dus ook de snelheid) op een chip. Maar ook de andere computercomponenten moeten deze constante kunnen volgen en precies daar wringt het schoentje. De makkelijkste oplossing stelt zich in een
snellere verbinding tussen processor en chipset (de front side bus of FSB) enerzijds en hogergeklokt intern geheugen anderzijds.

850-chipset
De tot nu toe meest performante combinatie voor de Pentium 4 is die van de 850-chipset en RDRAM-geheugen. De grote verkoopsvolumes zijn echter weggelegd voor de 845-chipset die zowel overweg kan met
SDRAM en DDR SDRAM. De eerste bleek een behoorlijke prestatiestremmer te zijn, de tweede komt echter dicht in de buurt van RDRAM, zeker met DDR333 en DDR400 die echter niet door Intel-chipsets
ondersteund worden. Maar ook RDRAM maakt een evolutie door: het huidige PC800 RDRAM heeft een kloksnelheid van 400 MHz maar wordt weldra opgevolgd door PC1066 (533 MHz) en PC1200 (600 MHz). De samen
met de Pentium 4 2,4 GHz geïntroduceerde 850E chipset kan op papier echter niet overweg met PC1066 RDRAM en dat is jammer want dit geheugentype vormt met een bandbreedte van 4,26 GB/s immers de
perfecte aanvulling op de verhoogde 533 MHz FSB. Overigens verbeterde Intel het productieproces: de nieuwe generatie Pentium 4’s wordt gefabriceerd uit wafers van 300 millimeter en hebben een tien
procent kleinere processorkern. Van de Pentium 4 2,4 GHz komen twee versies in omloop: één met een FSB van 400 MHz en één met een FSB van 533 MHz.

Prestaties troef
Wij voelden de nieuwe Pentium 4 2,4B GHz aan de tand met de gebruikelijke reeks van benchmarks bestaande uit Sysmark 2002, 3D Mark 2000/2001 en SPECviewperf aangevuld met enkele 3D-games (zie DiskIdee’s
Snelste PC voor meer informatie over deze benchmarks). Als vergelijking voerden we de Pentium 4 2,2 GHz op samen met de AMD Athlon XP 2100+. Voor zover mogelijk waren alle componenten identiek. De
meest uitgebreide benchmark is Sysmark 2002 van Bapco dat de prestaties meet onder Office XP alsook onder een resem internet- en multimediaprogramma’s. Op dit vlak blijkt de Pentium 4 2,4B GHz
moeilijk te verslaan en zet hij zelfs nieuwe maatstaven neer. Traditioneel presteert de Pentium 4 zeer goed maar met de 2002-versie van Sysmark werd het verschil met de AMD Athlon zelfs nog groter.
Hetzelfde geldt voor het spel Quake III Arena dat vooral profiteert van de enorme geheugenbandbreedte van RDRAM en daardoor de Athlon XP 2100+ ver achter zich laat. Toch komt deze laatste op enkele
andere vlakken zeer dicht in de buurt van Intels snelste: vooral in op OpenGL gebaseerde benchmarks zoals SPECviewperf blijkt de Athlon XP een echte krachtpatser. Ook de testsoftware van Madonion 3D
Mark situeert de Athlon XP 2100+ tussen de 2,2 GHz en de 2,4 GHz Pentium 4.

Testresultaten