Tien inktjetprinters

1
56

Inkjetprinters zijn nog altijd zeer populair en de fabrikanten verzinnen steeds meer snufjes. Ook de goedkopere modellen krijgen daardoor functies die tot voor kort enkel de duurdere modellen sierden. DiskIdee legde tien inkjetprinters in prijs variërend van 80 tot 600 euro op de pijnbank.
inkjets_canon_s600
De prijzen van inkjetprinters smelten als sneeuw voor de zon. Het is dus des te verleidelijker je zo’n kleurrijk ding aan te schaffen. Waar zit het addertje? Niet onder het gras, maar wel in de soms waanzinnige prijzen van de inktcassettes.Zo is het geen uitzondering dat je voor een printer 100 euro betaalt, maar voor de inktcasettes van dat model zul je dan ongeveer 37 euro moeten neertellen. Je hoeft dus slechts twee keer de zwart-wit cassette en één keer de kleurencassette te vervangen en je hebt aan inkt al meer uitgegeven dan aan je printer! Ergens is dit een beetje immoreel en zeker buiten elke verhouding. En dan heb ik het nog niet gehad over het feit dat je bij de vervanging van een gecombineerde kleurencassette altijd nog wat bruikbare inkt mee weggooit.

Papier
Ook de prijs van het speciale papier om de beste resultaten te behalen swingt soms de pan uit. Fabrikanten weten dus verdomd goed hoe ze hun speeltjes aan de man moeten brengen. Inkjetprinters worden met een minieme winstmarge in zeer grote oplagen geproduceerd. De grote winst komt van de inktcassettes en in mindere mate van het speciale papier dat speciaal voor de bekendste merken inktjetprinters verkrijgbaar is. Wanneer je met je afdrukken niet overdrijft, kun je evenwel voor een prikje een heel goede printer op de kop tikken.

Voor elke kleur een doosje
Canon en Xerox hebben in dit ‘consumer’-marktsegment waar iedereen zowat in dezelfde vijver vist ongetwijfeld een sterk marketingargument. Maar maakt het wel zoveel verschil uit? Wat de prijs betreft zeker niet. Een telefoontje naar Fnac Leuven leerde ons een en ander zodat we volgend rekensommetje konden maken (de prijzen in de tabel met productinformatie zijn de adviesprijzen en liggen dus hoger dan de in deze vergelijking gebruikte prijzen). De prijzen van de inktcassettes gelden voor de Canon BubbleJet BJC-3000 (voorloper van de S400) en Xerox DocuPrint M750. Op het ogenblik van de test was de Canon S400 wel al in de winkel verkrijgbaar, maar nog niet de vervangcassettes. Reken even mee. Een zwarte inktcassette voor de Canon kost 549 frank. Een zwarte inktcassette voor de HP DeskJet 840C, een printer die je zowat als tegenhanger van de S400 kunt zien, kost 1.699 frank. Dat is heel wat meer natuurlijk, maar de cassette van de HP is ook flink wat groter en bevat veel meer inkt. Laten we ons evenwel concentreren op de kleurencassettes omdat het per slot van rekening hierom gaat. Afhankelijk van het merk zal de cassette wel een milliliter of wat verschillen. Dat zal evenwel het grote verschil niet maken. Een Canon kleurencassette kost 499 frank per kleur oftewel 1.497 frank voor de drie kleuren samen. Een kleurencassette voor de HP DeskJet 840C kost 1.899 frank. Op het eerste zicht doe je dus met de Canon 402 frank profijt. Dit klopt wel niet helemaal. Bij de Canon vervang je enkel de inktcassette. De vier cassettes samen zitten evenwel nog in een plastic frame met onderaan de printkop. Ook die moet regelmatig vervangen worden, pakweg elke tien keer dat je een cassette hebt vervangen. Zo’n frame met printkop kost voor de Canon 2.699 frank. Wanneer je dit deelt door tien kom je uit op 270 frank. Wanneer je dat aftrekt van het zogenaamde profijt dat je deed bij de aanschaf van drie kleurencassettes samen (402 frank), dan hou je slechts een prijsverschil van 132 frank over. Niet erg veel dus. Je kunt een gelijkaardig rekensommetje maken voor de Xerox DocuPrint M750 die Xerox zelf graag tegenover de HP DeskJet 930C positioneert.

De praktijk
Een tweede bedenking die je kunt maken is de volgende. Is het eigenlijk wel zo dat bij een gecombineerde kleureninktcassette de ene inktkleur al leeg is terwijl dat een andere nog meer dan halfvol is? Alles hangt af van het gebruik van de printer. Gebruik je je kleurenprinter vooral om documenten met bedrijfslogo’s in één kleur af te drukken of grafieken en presentaties, dan zal er inderdaad een vrij grote discrepantie zijn qua kleurgebruik. Dit is evenwel een bedrijfssituatie, geen gezinssituatie zoals bij de traditionele eindgebruiker. Dat is ook de reden waarom HP zijn duurdere Business Inkjets 2200 en 2250 wel aparte inktcassettes geeft en de ‘consumer’ producten van de gewone DeskJet reeks niet. De printers in het marktsegment waarover het hier gaat, zullen evenwel meer gebruikt worden om kleurenfoto’s af te drukken, al dan niet op fotopapier. In dat geval vindt er een veel grotere kleurenmengeling plaats van de drie basiskleuren cyaan, magenta en geel (cyan, magenta, yellow) aangevuld met zwart (black, vandaar CMYK waarbij de K staat voor black omdat de letter B al toegewezen was aan blue). In dit geval is het inktverlies gemiddeld nauwelijks drie procent.

Psychologie
Eigenlijk speelt het grote argument om inkt te besparen dus in de praktijk veel minder mee. Het is meer psychologisch dan reëel. Ik heb het niet concreet kunnen meten, maar voorstanders van een gecombineerde kleureninktcassette beweren dat printers met aparte inktcassettes relatief gezien meer de koppen moeten reinigen om de inkttoevoer van cassette naar printkop lopend te houden. Dat zou extra inkt verspillen, waardoor er weer wat van het zogenaamde voordeel wegvalt. Dit argument neem je best voor wat het is. Het is een soort verborgen kost waarvan je de effectieve draagkracht niet echt kunt meten.

Conclusie
Is de prijs het belangrijkste, dan scoort de Olivetti ArtJet 10 het hoogst. Omdat het toestel vervangen wordt, zullen er wel acties volgen waarbij het nog goedkoper wordt. Qua prestaties moet deze printer het echter afleggen tegen al de rest. De Epson Stylus Color 980N en de Canon BubbleJet S600 scoren qua prestaties het hoogst. De Canon is echter een stuk goedkoper dan de voor een bijna professioneel publiek bedoelde Epson. Als we één globale testwinnaar moeten uitroepen, dan is het dus de S600. Als we kijken naar afdrukkwaliteit dan ontlopen de meeste printers elkaar niet erg, met uitzondering van de Olivetti ArtJet 10 en de Lexmark Z12 Color Jetprinter, die aan de staart bengelen, maar nog altijd meer dan 50 procent halen. Kijken we naar pure snelheid dan zijn er wel flinke verschillen, met de Epson Stylus Color 980N op eenzame hoogte, op afstand gevolgd door de Canon Bubblejet S600 en op nog grotere afstand door de Hewlett Packard Deskjet 990Cxi en de Xerox DocuPrint M750.Feit is dat je in dit marktsegment eigenlijk niet echt een miskoop kunt doen. Het hangt er gewoon vanaf welke criteria voor jou van belang zijn – bestudeer dus goed de tabel met de testresultaten. Let in de tabel wel op de prijs van bijkomende inktcassettes en hoeveel pagina’s je er gemiddeld mee kunt afdrukken. Dit kan een belangrijke leidraad zijn om je keuze definitief te bepalen. Kijk ook vooral naar de kwaliteitstesten. Snelheid is voor een thuisgebruiker wellicht minder belangrijk dan kostprijs en kwaliteit. De meeste van deze printers zijn per slot van rekening niet bedoeld om maandelijks meer dan een paar honderd afdrukken te maken.

Testmethode
De gebruikte testprocedure bestaat uit twee hoofdonderdelen: een kwaliteits- en een snelheidstest. De kwaliteitstest onderzoekt hoe goed er zowel in zwart/wit als in kleur afgedrukt wordt. Daartoe gebruiken we een verzameling testdata die ons toelaat te beoordelen hoe secuur de afdruk is, hoe hoog de resolutie en of er afwijkingen in de afdruk zijn. Meer specifiek bekijken we onder meer hoe dun de kleinste lijndikte is die de printer aankan, hoe dicht hij twee lijnen tegen elkaar aan kan drukken zonder dat ze in elkaar overvloeien, hoe goed hij diapositief kan drukken zonder dat de grote hoeveelheid zwart een nefaste invloed heeft op hele fijne witte lijntjes, hoe klein hij tekst kan drukken totdat die niet meer leesbaar is, hoe nauwkeurig hij letters in een bepaalde puntgrootte drukt, hoe precies de printer de af te drukken data op het papier positioneert en nog veel meer. We kunnen ook zien of de printer in staat is mooie grijsgradaties uit te voeren. we drukken ook speciale kleurenschema’s af, die ons tonen of de printer keurig kan evolueren van wit naar zwart (via alle mogelijke tussenkleuren, uiteraard) zonder kleuren verkeerd te mengen of elkaar vals te laten beïnvloeden. Uiteraard bekijken we ook enkele kleurengrafieken en -foto’s die door de geteste toestellen afgedrukt moeten worden. Deze kwaliteitstest voeren we uit met de printersturing ingesteld voor de allerhoogste kwaliteit en de hoogste resolutie. Omdat het hier puur om kwaliteit gaat en de afdruksnelheid voor dit testhoofdonderdeel onbelangrijk is, maakt het dus ook niet uit met wat voor pc je dit doet.

Snelheid
Dat is natuurlijk wel belangrijk voor de snelheidstesten. Dit testhoofdonderdeel voeren we uit op een moderne zelfbouw pc (AMD Athlon Classic 800 MHz met 128 MB RAM of beter) en de parallelle poort ingesteld op EPP 1.9, tenzij de printerfabrikant iets anders eist (zoals ECP). Het besturingssysteem is Windows 98SE. Snelheidstesten dienen uiteraard om te meten hoe lang het afdrukken van bepaalde testdocumenten duurt. Deze drukken we allemaal af met de standaardinstellingen van de printer, al kiezen we wel voor kleur of zwart/wit in de printersturing al naargelang het soort te testen printer en het te verwerken document. De reden voor de standaardinstellingen is dat dat de meest gebruikte zijn. Een keuze voor hoge kwaliteit betekent immers dat de gebruiker minder geïnteresseerd is in de snelheid maar juist in de afdrukkwaliteit. Onze snelheidtest bestaat uit vier categorieën. We noemen die categorieën formulieren, tekstverwerking, zakelijke grafieken en foto. De eerste categorie, formulieren, bestaat uit tien exemplaren van een pagina met schaarse bladvulling (zoals een rekening of factuur). Hierbij zou een printer de allerhoogste snelheid moeten kunnen halen van alle testen die we doen. De categorie tekstverwerking bestaat uit vier bladzijden van een tekstverwerkingsdocument: een nieuwsbrief waarin verschillende fonts, enkele lijngrafieken en een paar tekeningen voorkomen, maar ook stukken tekst met andere achtergrondkleur of -schaduw.Snelheidsonderdeel nummer drie (zakelijke grafieken) bestaat uit een document van eveneens vier bladzijden in Adobe PDF-formaat (Page Description Format): je mag dit beschouwen als pure bitmap graphics. De vierde en laatste test drukt een paginagrote kleurenfoto af. We meten steeds de afdruktijd van het ogenblik dat we de printopdracht geven totdat het laatste blad uit de printer rolt, al splitsen we dit nog in drie deeltijden: de tijd tot de data de printer bereikt (totdat het datalampje van de printer begint te flikkeren of de printkoppen zich positioneren), de tijd tot het eerste blad uit de printer rolt en de tijd totdat het laatste blad klaar is. Dat geeft ons voor elke snelheidscategorie drie tijden en die rekenen we om naar een algemene snelheid in pagina’s per minuut per categorie. Daaruit berekenen we later een gemiddelde druksnelheid voor de hele printer. Zoals gewoonlijk liggen onze testcijfers flink wat lager dan de door de fabrikant opgegeven snelheidscijfers. Dat komt omdat de fabrikanten meestal de theoretisch hoogst haalbare snelheid opgeven, terwijl u van ons de werkelijk gemeten snelheid tijdens onze hele testprocedure krijgt.

Vorig artikelTrek eens aan een slotmachine
Volgend artikelTien inktjetprinters

1 REACTIE

Reacties zijn gesloten.