Zoeken in de praktijk
Hoe weet je nu wanneer je wat moet gebruiken? Bij ingewikkelder zoekopdrachten
schrijf je best even op een blad papier welke zoektermen voor je van belang
zijn. Zet een plusteken voor elk woord waarvan het verplicht moet voorkomen in
een document, en eventueel een minteken voor woorden die er beslist niet in
mogen staan. Woorden die niet van groot belang zijn maar kunnen helpen bij het
opsporen van documenten zet je ook op een aparte regel, maar zonder extra teken.
Woorden die er zeer beslist niet in mogen staan schrijf je op met een minteken
ervoor. Afleidingen zet je achter het eerste woord. Voor het voorbeeld van hier
net boven zou dat er zo uitzien als we de webpagina’s over de digitale steden
Antwerpen, Rotterdam en Amsterdam in het Nederlands of het Engels bovenaan
willen hebben:
+ digitaal digitale digital
+ stad steden city cities
antwerpen rotterdam amsterdam
Als er maar één woord op elke regel staat, kun je die woorden in de
eenvoudige zoekstring achter elkaar zetten maar wel zonodig voorzien van het
plus- of minteken. Bij meerdere woorden op een regel zoals in het voorbeeld
hierboven moet je tussen de woorden OR gebruiken. Je mag woorden ook tussen
haakjes zetten als het de verwerking helpt.
Dus: +digitaal OR +digitale +digital +stad OR +steden OR +city OR +cities
(antwerpen OR rotterdam OR amsterdam) is wat je moet intikken in het
zoekveld van Google om het bovenstaande voorbeeld op te zoeken.
Vuistregel: hou het simpel
We hebben nu wat ingewikkelder zoekstrings en -termen bekeken, maar dat betekent
niet dat je nu meteen een hele bende zoektermen moet opgeven om documenten te
zoeken op het web. De belangrijkste vuistregel is nog altijd K.I.S.S. (“Keep It
Simple, Stupid!” of “hou het eenvoudig, idioot!”). Begin je zoektocht dus bij
voorkeur met weinig woorden, die zeker in documenten moeten voorkomen. Krijg je
teveel documenten, dan kun je nog altijd extra termen opgeven om het zoeken te
verfijnen. Geef je meteen teveel zoektermen op, dan zou het wel eens kunnen dat
je niet de informatie krijgt die je verwachtte.
Hou er ook rekening mee dat Google niet
meer dan tien zoektermen aanvaardt in één zoekstring. Geef je er meer dan
tien op, dan wordt vanaf term elf alles genegeerd. Als je vrij zeker bent dat
het eerste gevonden document het goede zal zijn, kun je in plaats van op
‘Zoeken’ te klikken ook klikken op ‘Ik doe een gok’: dan toont Google geen lijst
van gevonden weblinks, maar opent hij meteen de eerste. Persoonlijk heb ik daar
zo weinig vertrouwen in, dat ik de gok-knop nooit gebruik.
Google’s
geavanceerde zoekdialoog
Geavanceerd zoeken
Google kent nog wat extra zoekcommando’s die je kunt opgeven in je zoektermen.
Zo kun je met intitle:zoektermen zoeken naar woorden die in de titel van
een webpagina moeten staan.
Met inurl:zoektermen kun je zoeken naar woorden die in het webadres
voorkomen.
Met site:zoektermen kun je je zoektocht beperkten tot de sites waarvan de
zoektermen overeenkomen met domeinnamen of onderdelen daarvan. Zo kun je met
audio site:www.diskidee.nl alle audio-gerelateerde artikelen op
www.diskidee.nl terugvinden.
Ook een populaire is de opdracht link:, waarmee je kunt zoeken naar webpagina’s
die linken naar de opgeven zoekterm(en). Zo kun je met link:(www.diskidee.be
OR www.diskidee.nl) zoeken naar alle webpagina’s die linken naar DiskIdee.
Er zijn nog veel meer zoekcommando’s en je kunt ook zoeken met de
geavanceerde zoekdialoog van Google.
Je wordt natuurlijk beter in het construeren van efficiënte zoekstrings naarmate
je er ervaring mee opdoet. Wees niet bang om te experimenteren!
Met onderstaande zoekdialoog kun je onmiddellijk aan de slag om in Google iets op te zoeken:
Goed en efficiënt zoeken hoeft niet moeilijk te zijn, maar je moet er wel wat moeite voor doen. Gewoon een woord intypen levert meestal weinig relevante resultaten op.