Een internetverbinding delen

0
17

Het Amerikaanse bedrijf Ascend staat al langer bekend voor hun netwerkproducten. Ze zijn nu overgenomen door telecomgigant Lucent. De Pipeline 850 is eerder bedoeld voor KMO’s. Het is helaas een ingewikkeld product.
icsascend
De Ascend Pipeline 850 bezit geen ingebouwde webserver waarmee je hem kunt configureren. Normaal moet je hem configureren via een seriële terminal (als hij al een IP-adres heeft, kun je hetzelfde ook via telnet), maar gebruiksvriendelijk is anders. Ascend lijkt dezelfde archaïsche ideeën te hebben over hoe een menustructuur in elkaar hoort te zitten als Cisco. Als je geen grondige kennis van netwerken en ISDN in huis hebt, heb je geen schijn van kans alle gegevens correct in te vullen.

Java
Gelukkig levert men tegenwoordig een cd rom mee met daarop een Pipeline Configurator. Die is op Java gebaseerd, maar eigenaardig genoeg draait het programma alleen onder Windows. Dan kan men wat ons betreft even goed een echt Win32-programma samenstellen, dat draait nog sneller ook. We zijn helemaal tegen Java voor dit soort kleine toepassingen, maar dan moet het wel echt platformonafhankelijk zijn, anders vinden we dat totaal geen zin hebben.

Snelstart?
Uiteraard kozen we ervoor om ons testtoestel te laten configureren door deze Pipeline Configurator. Ver kwamen we niet. Je kunt in het hoofdmenu kiezen voor een snelstart waarbij de software zelf de Pipeline zoekt, een rechtstreekse verbinding waarbij je zelf het adres van de Pipeline specifieert (maar dan moet de IP-configuratie al in orde zijn), of je kunt een eerder opgeslagen configuratie laden en naar dezelfde of een andere Pipeline sturen. Omdat ons testtoestel nieuw was en het flikkerende lampje met opschrift WAN ons vertelde dat het toestel niet behoorlijk geconfigureerd was, kozen we voor de snelstart. Die zegt dat hij een communicatiekanaal opent en deelt ons daarna mee dat hij op zoek gaat naar een Pipeline. Hij blijft kennelijk zoeken, want hoe lang we ook wachten, hij gaat niet verder. Er is overigens niets vastgelopen, want als we de keuzeknoppen voor annuleren of vorige scherm kiezen onderaan het dialoogvenster, dan doet hij dat keurig.

Menustructuur
We proberen even of we met HyperTerminal via de seriële poort wel toegang krijgen en dat lukt inderdaad. Helaas is de menustructuur zo vreselijk ingewikkeld dat een gewone gebruiker geen schijn van kans heeft dat ooit correct ingesteld te krijgen. Wij hebben dus maar even met de technische dienst van Lucent/Ascend gebeld. Tegen de tijd dat we twee keer doorverbonden waren, kon de derde persoon die we aan de lijn kregen ons vertellen dat hun Pipeline Configurator niet compatibel is met Windows 98! Je kunt je wel voorstellen hoezeer die mededeling ons verraste, aangezien Win98 toch al een hele tijd op de markt is. Gelukkig hadden we wel een pc met Windows NT 4.0 in de buurt en hebben die dan maar aangesloten. De Configurator zou daar namelijk wel compatibel mee zijn. En ja hoor: hier vond hij keurig de Pipeline en startte een dialoog om die te configureren. Overigens krijg je hier een beetje een kip-of-ei-situatie voorgeschoteld. Het is namelijk de bedoeling dat de Pipeline uiteindelijk als DHCP-server dienst doet en dus alle IP-adressen automatisch toewijst, maar als je je Windows-pc zo ingesteld hebt, gaat het fout. De DHCP-server staat namelijk standaard uitgeschakeld in de Pipeline. Bijgevolg moet je eerst zelf een IP-adres geven aan de Windows-pc waarmee je de Pipeline wil configureren. Wij kozen voor het adres 192.168.0.10 (met de bedoeling dat de Pipeline zelf .1 zou worden) voor de NT-pc en nu kon die keurig babbelen met de Pipeline en hem het adres 192.168.0.1 toewijzen.

Router
Vervolgens wil de Configurator weten hoe je de Pipeline wil inzetten: als IP-router natuurlijk. Voor een privé-netwerk moet je ook NAT (IP-adresvertaling) inschakelen. Toen kregen we een waarschuwing dat het IP-adres van ons werkstation niet de vereiste vorm had voor NAT-vertaling. Het programma raadde ons aan een IP-adres met de juiste vorm te kiezen en na het heropstarten van de pc de Configurator opnieuw te draaien. Voor meer uitleg over die juiste vorm konden we op de hulpknop rechts onderaan klikken. Dat bleek niet te werken. Het kostte ons meer dan twintig minuten grasduinen in een ettelijke honderden pagina’s dikke referentiehandleiding om uit te vissen dat de Pipeline graag IP-adressen wil hebben in het locale netwerk waarvan het laatste octet (het vierde getal in de door punten gescheiden lijst die een IP-adres vormt) groter is dan 99. En laten wij nou net 10 gekozen hebben voor ons werkstation! We slaken een diepe zucht en gaan gewoon door. Tenslotte is het de bedoeling dat de Pipeline zelf IP-adressen gaat toewijzen en dan mag hij van ons vanaf 101 omhoog nummeren als hij dat zo graag wil.

Een lange dag
De werkdag was al zowat om voordat we het ding uiteindelijk een beetje aan de praat hadden gekregen en contact konden leggen met onze Internetleverancier. Daarmee was de ellende nog niet voorbij. De NAT-vertaling bleek namelijk standaard maar voor één IP-adres te werken. Er zit in de tekstconfiguratie wel een optie om dat naar multi-adressen te schakelen, maar dan bleek ineens helemaal niets meer te werken, ook niet die ene pc die het eerst wel deed. Bovendien kregen we ook de DHCP-server in de Pipeline niet zover dat hij meer dan één pc een adres toewees. Je begrijpt dat we nog enige niet-grijze haren op ons hoofd wilden houden en hebben er dus de brui aan gegeven.

Conclusie
We zijn allesbehalve te spreken over de Ascend Pipeline 850. De configuratiewizard bleek niet compatibel met Windows 98 en de terminalconfiguratie via tekstschermen blijkt aartsmoeilijk. Wij kregen het in elk geval niet aan het draaien zoals we het wilden hebben. Bovendien is het nog behoorlijk duur ook.
Systeemvereisten
Windows NT 4.0 of hoger.
Vorig artikelEen internetverbinding delen
Volgend artikelBritannica mist beloofde openingsdatum