Slank en supergroot

De thuisbioscoop mag dan al doorgebroken zijn, zelfs het grootste crt-televisiescherm blijkt nauwelijks voldoende om de ware popcornliefhebber te kunnen bekoren. Wie het groots groots ziet kan voor een projector opteren waarmee je een volledige huismuur met video vult. Er is echter een ander alternatief en dat is het plasmascherm. Toegegeven, de prijzen van dergelijke televisies zijn nog altijd niet van de poes en de technologie verbetert nog ieder jaar. DiskIdee kon echter niet weerstaan aan de lokroep van een slank, maar vooral supergroot plasmascherm. Een test van vier plasmaschermen is het gevolg.

Plasmaschermen breken het licht net zoals klassieke CRT- (Cathode Ray Tube) schermen op in individuele beeldpunten (pixels) die bestaan uit rode, groene en blauwe (RGB) fosfors. Plasmaschermen besturen de individuele pixels via een elektrode die een klein beetje inert gas activeert dat zich tussen het glas aan de voorkant en de met fosfor behandelde achterkant van het scherm bevindt. De elektrode verhit het inerte gas en maakt er op die manier elektrisch geladen plasma van. Dit plasma reageert dan op zijn beurt met de fosfor en veroorzaakt gekleurd licht.
Een nadeel van plasmaschermen is dat ze bij lang stilstaande beelden kunnen inbranden. Gelukkig voorzien alle schermen tegenwoordig in screensavers om dit te voorkomen. Ook over de levensduur van een plasmascherm worden hele discussies gevoerd. Een plasmascherm is onderhevig aan slijtage en na een aantal jaren gebruik zal dit zich vooral uiten in een geleidelijke afname van de helderheid van het scherm. Weinig of geen fabrikanten geven een levensduur op voor plasmaschermen. Sommige bronnen houden op tussen de 10 en 20000 kijkuren. Dat betekent dat je in het slechtste geval en bij een dagelijkse tv-sessie van vier uur ongeveer n zeven jaar zal kunnen genieten van een plasmascherm. In dat opzicht is een plasmascherm niet meteen de beste investering in vergelijking met crt- of zelfs lcd-televisies. Wil je koste wat het kost nu al een plasmascherm dan moet je nog altijd diep in de beurs tasten. Toch zien we op dat gebied duidelijk een dalende trend: voor minder dan 5000 euro vind je bij LG een 44-inch plasma en zelfs Philips en Sony kunnen voor dat bedrag al een 32-inch plasmascherm leveren. Merken zoals Panasonic en Pioneer (dat spijtig genoeg niet in deze test zit) vragen echter wat meer: reken op ongeveer 6000 tot 7000 euro.

Kooptips
– hoe meer aansluitmogelijkheden hoe beter met scart, S-Video en composiet als verplichte connectors.
– geef de voorkeur aan een scherm waar je rechtstreeks een (home theater) pc op kunt aansluiten.
– niet alle schermen worden standaard geleverd met een tv-tuner. Als alternatief kun je de tuner van je videorecorder gebruiken.
– luidsprekers zijn meestal een erg dure optie. Je investeert daarom misschien beter in een degelijke a/v-receiver en een kwalitatieve luidsprekerset, al dan niet 5.1.
– plasmaschermen blijven dure producten en koop je best bij een gespecialiseerde verdeler. Deze kan je meestal ook een uitgebreide demo geven.
– een plasmascherm kan tijdens gebruik behoorlijk warm worden. Sommige fabrikanten voorzien ventilators maar je plaatst een plasmascherm altijd best op een goed geventileerde plaats.

Lijstje met grootste modellen plasm-tv’s per fabrikant

De test
We testen plasma-tv’s van LG, Panasonic, Philips en Sony. De individuele besprekingen van de vier plasma-tv’s kun je lezen door in het kader rechts van dit scherm op de linken te klikken. Daar kun je ook naar keuze een Excel-blad of PDF-bestanden openen met gedetailleerde productinformatie en testresultaten.