Home Internet / Diensten

Neuzen achter de schermen van TCP/IP

0
47

Heb je je ook al eens afgevraagd wat er allemaal gebeurt tijdens het surfen op het web? Of gebruik je ook het TCP/IP-protocol als standaard netwerkprotocol in een klein netwerkje? Dan is CyberKit wellicht iets voor jou.
De eerste functie van Cyberkit is Ping. Ping controleert een verbinding naar een andere computer door een ICMP (Internet Control Message Protocol) ECHO-pakketje naar die computer te sturen en een ECHO REPLY-pakketje terug te krijgen. Ping gebruikt hiervoor steeds Internet-adressen of websites. Ping is heel handig om bij een trage verbinding na te gaan of er wel degelijk een verbinding is. Met de dichtslibbende files op de informatiesnelweg is dat geen overbodige luxe. Je kunt ping natuurlijk ook uitvoeren in een DOS-venster onder Windows, maar met CyberKit haal je een volledig grafische en dus gebruiksvriendelijke ping in huis.

Traceren
Wil je weten welke route de piepjes tussen jouw pc en de uiteindelijke website afleggen, dan gebruik je TraceRoute. Veronderstel dat je wil weten welke nodes (knooppunten) je gewenste verbinding met de site van Microsoft aandoet. In mijn geval gaan de piepjes van bij mij naar UUnet in Geel. Van daaruit naar UUnet in Antwerpen en dan gaat de tocht naar New York via Brussel. Vanuit de ‘Big Apple’-stad banen de piepjes zich een weg naar Seattle. TraceRoute is handig wanneer je een probleem hebt om ergens binnen te geraken, omdat je zo meteen ziet waar de Internet-trafiek in de knoop ligt.

Fingeren
Met Finger kun je informatie over een Internet-gebruiker opvragen. Je moet dan wel zijn of haar e-mail adres hebben. Finger is een typische Unix-functie die door Unix-hosts wordt gebruikt. WhoIs is iets gelijkaardigs, maar hier ga je een WhoIs-server — bijvoorbeeld de InterNIC-database — informatie vragen over bijvoorbeeld namen van bedrijven, domeinnamen en IP-adrestoewijzingen. Name Server Lookup is dan weer handig om van een host-naam de TCP/IP-adressen te weten te komen en omgekeerd. Eventuele aliassen worden eveneens getoond. Je kunt ook gelijk welke DNS-server (Domain Name Server) op het netwerk om informatie vragen over specifieke resource records (RR).

Tijd
De Time-optie in CyberKit laat je toe om de tijd op je pc af te stemmen op een van de verschillende time-servers. Je kunt ook zien hoe groot het verschil is. Deze optie is ter vervanging van de vele programmaatjes die, telkens wanneer je aanlogt op het Net, de tijd van je pc aanpassen aan zo’n tijdserver.

Winsock
Tot slot is er nog de Winsock DataBase Scanner, waarmee je alle Winsock-protocols en services kunt controleren en tonen in een lijst om te zien welke beschikbaar zijn. Dat is handig om eventuele problemen op te sporen, maar ook heel nuttig voor hackers, want zij kunnen hiermee zien welke diensten en protocols er beschikbaar zijn. Ze kunnen dan hun gereedschap daarop afstemmen om een of andere dienst te kraken. De geboden informatie die de Winsock DataBase Scanner geeft is wel verwarrend. Alle protocols worden in één lijst getoond, ook al is er een niveauverschil. Zo zie je in één scherm dingen die niet noodzakelijk bij elkaar horen.

Conclusie
Wil je meer weten over je internetverbinding om eventuele problemen op te lossen, om te achterhalen waar een en ander scheef loopt bij slechte communicatie of gewoon voor de lol, dan geeft CyberKit je heel nuttige informatie, maar je moet natuurlijk wel een en ander over TCP/IP en Internet weten om de informatie te kunnen interpreteren. CyberKit is zogenaamde cardware. Het programma op zich is gratis, maar de auteur verwacht wel dat je hem een leuke briefkaart stuurt.
Systeemvereisten
Windows 95 of hoger; Windows NT 4 of hoger. Gebruik je versie 2.4b dan heb je voor Windows 95 een update nodig van de WinSock software. Op de site van CyberKit vind je de nodige informatie. Je kunt ook de oudere versie 2.2 downloaden die deze upgrade niet