Back-uppen of synchroniseren
Een goed synchronisatiepakket stelt je in staat nauwkeurig bron en bestemming te kiezen, met inbegrip van bestanden of directory’s die van de synchronisatie uitgesloten moeten worden.
Je kiest zelf wat er moet gebeuren als er bestanden ontbreken op de bron of op de bestemming. De software zal dan bestanden bijkopiëren of bestaande bestanden wissen.
Je beslist zelf of de bron mag worden gewijzigd. Indien ja, dan kopieer je enkel naar de bestemming toe. De bestemming pas je dus aan zodat die een spiegel is van je bron. Dat is in feite een back-up. Sta je wel toe dat ook bestanden op de bron gewist of aangemaakt mogen worden, dan praten we over een echte tweewegsynchronisatie. Bron en doel worden dan identiek kopieën van elkaar.
Die bronwijziging treedt uiteraard alleen op, als er bestanden op de bestemming staan die niet op de bron aanwezig zijn. Je kan dan twee mogelijke acties ondernemen:
1. De extra bestanden op de bestemming wissen.
2. De extra bestanden op de bestemming naar de bron toe kopiëren.
Een andere mogelijkheid treedt op, als er bestanden op de bron staan die niet op de bestemming aanwezig zijn. Ook dan kun je twee dingen doen:
1. De extra bestanden op de bron wissen.
2. De extra bestanden op de bron naar de bestemming toe kopiëren.
Bij veel synchronsatiesoftware kun je een optie ‘NoDelete’ (niet wissen) opgeven om te voorkomen dat bestanden op de bron gewist raken als ze niet aanwezig blijken op de bestemming. Bestanden op de bron wissen overweeg je natuurlijk alleen als je zeker weet dat die bestanden inderdaad niet langer nodig zijn.
