Ook voor terroristen vormt internet uitgelezen communicatiekanaal

0
20

Hoe ironisch is het dat het internet, in de jaren zestig ontworpen als robuust communicatiekanaal in het geval van een Russische nucleaire aanval, vandaag het uitgelezen communicatiekanaal blijkt voor terroristen, de grootste dreiging voor de Westerse democratieën sinds de koude oorlog. Volgens beveiligingsspecialisten zijn effectieve tegenmaatregelen moeilijk, omdat die te zeer zouden ingrijpen op de onze burgerlijke vrijheden. Veiligheidsdiensten en terroristen spelen op het internet daarom een voortdurend spel van kat en muis.
terrorrisme1

Enkele dagen na de aanslagen van 9/11 vertelde assistent-directeur van de FBI Ronald Dick aan journalisten dat de daders het internet "goed hadden gebruik". Gabriel Weinman, senior fellow van het United States Institute of Peace en professor communicatie aan de universiteit van Haifa in Israël, stelt in een recent rapport dat terroristen hun internetkennis en webgebruik sinds 2001 sterk hebben aangescherpt. "Vandaag zijn alle actieve terroristengroepen terug te vinden op het internet," schrijft Weinman. "Tijdens onze scan van het internet in 2003-4 vonden we honderden websites terug die gebruikt worden door terroristen en hun aanhangers."
Weinman waarschuwt dat beleidsmakers en veiligheidsdiensten te veel aandacht schenken aan de veeleer vermeende gevaren van cyberaanvallen, maar te weinig oog hebben voor het alledaagse gebruik dat terroristen van het internet maken.
In zijn rapport identificeert Weinman acht deels overlappende methoden die terroristen op het internet gebruiken: propaganda, psychologische oorlogsvoering, research, fondsenwerving, mobilisatie, netwerking, informatie-uitwisseling en planning en coördinatie.

Gruwelijke video
In februari 2002, enkele weken na de brutale moord door moslimterroristen op de Amerikaans-Israëlische journalist Daniel Pearl, verscheen op diverse radicale websites een drie minuten durende propagandavideo. Daarin tonen zijn Pakistaanse ontvoerders in detail hoe ze Pearl de keel oversnijden, beelden die ze mengen met foto’s van dode moslims, gevangenen uit Guantanomo Bay en de Amerikaanse president Bush die de hand schudt van de Israëlische premier Sharon. De video eindigt met een tekst, geprojecteerd over Pearl’s lijk, waarin de ontvoerders hun eisen herhalen. Deze gruwelijke video, die nog steeds de ronde doet, is een treffend, maar zeker niet het enige voorbeeld van hoe moderne terroristen via het internet propaganda voeren voor hun zaak en tezelfdertijd een vorm van psychologische oorlogsvoering bedrijven tegenover hun Westerse doelwitten.
De ontvoerders van Pearl, waaronder de Brit Ahmed Omar Saeed Sheikh, werden enkele maanden na het verspreiden van de video gevat en in Pakistan ter dood veroordeeld. De e-mails met hun eisen die ze via het Hotmail-adres kidnapperguy@hotmail.com naar de Verenigde Staten stuurden, werden hun uiteindelijk fataal. De FBI slaagde er immers in de herkomst van de e-mails te traceren, waarna de Pakistaanse autoriteiten de verdachten konden identificeren en arresteren.
Doorgaans zijn terroristen op het internet veel minder makkelijk op te sporen. Terroristen zijn vandaag slim genoeg om hun communicatie te beschermen met krachtige encryptiesoftware die iedereen gratis van het internet kan halen. Terroristische websites veranderen bovendien om de haverklap van internetadres. De nieuwe adressen worden aan medestanders doorgespeeld via moeilijk te controleren chatsystemen, zoals internet relay chat (irc), of bestandsuitwisselingssystemen zoals bittorrent. Via dezelfde moeilijk te traceren kanalen houden terroristische cellen contact. Ze wisselen plattegronden, foto’s en pertinente gegevens uit over mogelijke doelwitten.
Het internet vormt trouwens een uitgelezen informatiebron voor terroristen. Alleen al het World Wide Web telt meer dan een miljard pagina’s informatie, vaak gratis toegankelijk. Via gesofisticeerde data mining-technieken identificeren terroristen potentiële doelwitten. De Amerikaanse minister van defensie Rumsfeld citeerde tijdens een toespraak op 15 januari 2003 uit een al Quaeda trainingshandboek buitgemaakt in Afghanistan. De auteurs van dat handboek schrijven dat "we minstens tachtig procent van alle nodige informatie over onze vijanden kunnen vinden via publieke bronnen en zonder terug te grijpen naar illegale middelen".
Volgens Gabriel Weinman baat al Quaeda ook vandaag nog talrijke websites uit waarlangs dreigementen en boodschappen de wereld in worden verstuurd, ondanks het feit dat het operationele kader van de organisatie ondertussen grotendeels lijkt te zijn vernietigd. Via die websites worden ook audio- en videotapes en cd’s en dvd’s met propagandamateriaal verspreid in gebieden zonder noemenswaardige internetinfrastructuur.

terrorisme_alaqsawebsite.jpg
Al-Aqsa website

Constante bewaking
Terroristen gebruiken het internet ook om fondsen te werven. De extremistische soennitische groep Hizb al-Tahrir baat een keten van meertalige websites uit van Europa tot Afrika met bankrekeningnummers waarop sympathisanten bijdragen kunnen storten. De eerder genoemde data mining-technieken worden ook gebruikt om potentiële donateurs te identificeren, die daarna via e-mail of zelfs de gewone post worden gecontacteerd. Daarbij worden vaak dekmantelorganisaties gebruikt die op het eerste zich een legitiem doel dienen.
Via gelijkaardige methodes werven terroristische organisaties nieuwe rekruten. Het SITE Institute, een Amerikaanse onderzoeksorganisatie naar terrorisme, onthulde in 2003 hoe al Quaeda medestanders ronselde via een soort elektronisch avonturenspel. Potentiële rekruten moesten door verschillende chatrooms en websites "reizen", waar ze stukje bij beetje meer informatie kregen om uiteindelijk te kunnen deelnemen aan een fysiek trainingskamp in Irak.
"Effectieve tegenmaatregelen (tegen het internetgebruik door terroristen) zijn moeilijk te treffen, omdat die te zeer zouden ingrijpen op de burgerlijke vrijheden," aldus Weinman. Hij waarschuwt tegen een overmatige aandacht voor het gevaar van een cyberoorlog, want daarmee trappen we juist in de afschriktactieken van de moderne terrorist. Veel belangrijker is het volgens Weinman om beter geïnformeerd te zijn over alle manieren waarop terroristen het internet gebruiken. Een verder doorgedreven en constante bewaking van het internet door de Westerse veiligheidsdiensten is volgens hem absoluut noodzakelijk.

Het volledige rapport van prof. Weiman lees je in dit pdf-bestand.

Vorig artikelHigh definition plasma-televisie
Volgend artikelDraagbare multimediaspeler met vaste schijf
Jozef Schildermans
Jozef Schildermans is journalist en schrijver. Zijn recentste roman is De reis van de hofarts (samen met Ludo Schildermans) onder de auteursnaam L.J. Schildermans gepubliceerd bij Uitgeverij Houtekiet.