Hang ze aan elkaar!

0
18

De tijd dat netwerken voorbehouden waren aan grote bedrijven ligt al lang achter ons. Niet alleen kleine KMO’s, maar zelfs de gewone thuisgebruiker ziet wel brood in zo’n netwerk. Er bestaat ook al een naam voor: thuisnetwerk, en dit boek tracht een gids te zijn voor wie zo’n netwerk wel ziet zitten, maar niet goed weet hoe het aan te pakken.
thuisnetwerken
Je kunt natuurlijk het eerste kwart van het boek overslaan en je onmiddellijk op de praktijk storten, maar een beetje achtergrondkennis over netwerken en hun protocollen is nooit weg. Het is
dus niet meer dan logisch dat de auteur je in een tachtigtal bladzijden je wat basiskennis rond netwerken tracht mee te geven. De uitwerking van deze theorie is echter minder goed gestructureerd. Hij
gebruikt heel frequent termen die voor een netwerkbeginner alleen maar verwarrend kunnen overkomen, maar die hij dan helemaal niet of pas een heel stuk verder in het boek toelicht. Soms krijgen ook
onbenullige details teveel aandacht. Het feit dat in Spanje het Internet soms de naam ‘Red Del Mundo’ meekrijgt, lijkt ons in dit boek alvast geen kaderstukje waard.

Slordig
De indeling in alinea’s verloopt soms slordig. Zo bijvoorbeeld maakt hij een indeling in netwerken aan de hand van hun ruimtelijke dimensies (2.2.1) en aan de hand van de structuur of netwerktopologie
(2.2.2). Binnen dit laatste onderscheidt hij drie hoofdstructuren, waaronder de ringstructuur, maar vreemd genoeg wordt dat onderdeel in 2.2.3 behandeld (in plaats van 2.2.2.1, waar het logischerwijs
thuishoort). Een klein detail? Misschien, maar in dit boek is het enigszins symptomatisch voor een niet altijd even verzorgd en soms zelfs onevenwichtig theoretisch gedeelte. Zo kunnen we nog tal van
voorbeelden geven, die ons ook didactisch bedenkelijk lijken.
Hij behandelt ook speciale netwerktypen, maar dat is zo summier en volgeladen met moeilijke begrippen dat hij dat beter had weggelaten. Hetzelfde geldt overigens voor zijn behandeling van de
OSI-protocolhiërarchie. In dit opzicht lijkt ons de zin "Nu wordt het technisch" (p. 59) onmiddellijk ná een (al te) zwaar brokje theorie, een haast cynische bijsmaak te krijgen. Nog meer
voorbeelden? Op p. 67 vermeldt hij verschillende hardwarecomponenten, maar buiten de netwerkkaarten worden de andere blijkbaar plots ‘doodgezwegen’. Op p. 74 acht hij het bljkbaar nodig Gopher te
vermelden, en zet hij die op dezelfde hoogte als de andere Internet-services (zoals FTP en IRC). Op p. 110 heeft hij het over ‘Netbui’ — niet dat een tikfoutje zo erg is, maar het wordt iets
bedenkelijker als dat begrip (naast Netbeui) ook in de index werd overgenomen. Op p. 119 somt hij de te behandelen onderdelen van dat hoofdstuk op, maar in de structuur ervan vind je die onderdelen
toch niet zo makkelijk terug. Op p. 143 heeft hij het over DHCP en over private IP-adressering, maar dat wordt al te summier "behandeld". Nochtans lijkt ons een goed begrip hiervan, ook voor een
thuisnetwerker (met hardwarerouter of ICS) toch wel belangrijk!

Beter uitgewerkt
Neen, de brok theorie kon ons dus — voornamelijk didactisch gezien — niet echt bekoren. Gelukkig is het leeuwendeel van het boek – thuisnetwerken in de praktijk – beter uitgewerkt. Er zijn tal
van stap-voor-stap procedures mét schermafbeeldingen, zodat ook een prille beginner zich gesteund zal weten. Zowat alle mogelijke configuraties komen aan bod: van een directe verbinding met een
nullmodemkabel tot een TCP/IP-netwerkje met hub en router of via ICS. Het probleem van het verschil in implementatie tussen de diverse Windows-versies lost de auteur vrij elegant op door de
gemeenschappelijke aspecten te belichten, en waar nodig dieper in te gaan op de belangrijkste verschillen. Het praktijkgedeelte gaat overigens verder dan enkel een netwerk installeren en configureren.
Ook het dagdagelijkse gebruik komt aan bod: netwerkprinters installeren, off-line gegevens gebruiken, netwerkspelletjes, het nut van de werkmap, tot zelfs — heel even — een VPN. Toch zijn er ook
hier wel lacunes. Zo missen we bijvoorbeeld de installatie van een IP-printer in een XP-omgeving (die via een lokale poort met IP-adres dient geïnstalleerd te worden).
Elk hoofdstuk wordt ook afgesloten met een klein aantal testvragen. Op zich wel nuttig, maar ongetwijfeld soms frustrerend voor een beginner als blijkt dat antwoorden niet altijd (makkelijk) te vinden
zijn in het bewuste hoofdstuk. Gelukkig werden achteraan het boek ook de oplossingen afgedrukt.

Conclusie
In de eerste plaats een praktische gids voor wie als beginner een eigen thuisnetwerk wil opzetten en er snel mee aan de slag wil. De theoretische fundering hiervoor haal je echter best elders, want op dit vlak kon het boek ons niet echt overtuigen.
Adviesprijs
24,95 euro
Systeemvereisten
Thuisnetwerken — een eigen netwerk in de praktijk / Udo Schmidt — Brussel/Haarlem: Easy Computing — 331 p — ISBN 90-5167-489-9 – paperback
Vorig artikelHoe glijdend, hoe muizer
Volgend artikelU bent niet te vertrouwen