Anne-Mie van Kerckhoven: “Terpentijn maakt me ziek.”

0
301
Dit artikel is deel 1 van 3 in het DiskIdee dossier Kunst en computer
DossiernavigatieDe digitale muze

Als we voor het interview naar enkele werken staan te kijken, zegt ze: “Ik kan niet tegen terpentijn.” Voor een schilder die met traditionele materialen werkt, zou dat een ramp betekenen. Vermits Anne-Mie Van Kerckhoven haar werken met behulp van de computer maakt, heeft ze dat goedje gelukkig niet nodig. Haar werken laat ze op doek zetten door een firma die gespecialiseerd is in zeefdruk en digital printing. Maar de schilderijen zijn geen werken die op zichzelf staan. Ze maken onderdeel uit van een groter project.
kunst_avk_72_beper
In haar atelier in Borgerhout zijn de computer- en video-apparatuur opvallend moderne attributen te midden van de oude meubeltjes en de wanden vol kaften en boeken. Ze werkt op een Apple en heeft naast het 17-inch Apple-scherm een 19-inch monitor van LaCie staan. Een groot tekentablet ligt als een leeg blad tekenpapier voor de computerschermen. “Vroeger tekende ik met de muis en dat ging heel goed. Het is nog maar een paar jaar dat ik met zo’n tablet werk.”

Hoofd-verpleegster
Sinds 1995 werkt Anne-Mie van Kerckhoven aan haar HeadNurse-project. In 1999 had ze er ook een tentoonstelling mee in het MUseum van Hedendaagse Kunst Antwerpen of kortweg het MUHKA onder de titel: Nursing care, in melancholy stupor. “Het HeadNurse-project is een andere aanpak dan het werk dat ik daarvoor heb gemaakt. Daarvoor maakte ik gedurende negen maanden of twaalf maanden werk rond een bepaald onderwerp, maar werkte ik nooit met een vooropgesteld doel. HeadNurse is mijn alter ego op internet. Het is ook een heel symbolische naam. Head Nurse: het verplegen van mijn eigen hoofd en ook hoofdverpleegster. Het verwijst naar Big Brother. Maar dan wel vanuit een meer verzorgende functie.”

96 vrouwen
Voor het HeadNurse-project vertrekt ze van 96 vrouwen uit een collectie foto’s van vrouwen die ze al meer dan twintig jaar verzamelt via tijdschriften. Aan de grondslag van HeadNurse ligt een project van de Kunsthalle Lophem uit Loppem bij Brugge dat nog steeds loopt. De curator, Roland Patteuw, nodigt regelmatig kunstenaars uit om een soort ‘incubatie’-project te doen. Hij probeert kunst niet via tentoonstellingen te brengen, maar via acties in huizen. Elke kunstenaar krijgt een bepaald huis toegewezen. Voor Anne-Mie Van Kerckhoven werd het een halletje in een klein Brugs huisje in het Gezelle-kwartier. “Ik vroeg me af hoe ik daar moest ‘incuberen’ vanuit Antwerpen. Ik besloot om rechtstreeks vanuit mijn computer faxen te versturen. In het halletje installeerde ik een faxtoestel en met Pasen 1995 begon ik dan elke dag vanuit Antwerpen gedurende 96 dagen een fax te versturen.” Ze koos als onderwerp vrouwen die ze combineerde met woorden. “Enerzijds was er dat halletje waarvan het venster kon geïnterpreteerd worden als een hoerenvenster. Anderzijds was er de Gezelle-buurt waar het huisje lag. Het enige wat ik mij van Gezelle herinnerde was dat die woorden verzamelde en een hekel had aan vrouwen. Daar kwam nog bij dat ik in die Kunsthalle ooit een lezing heb gehoord van Luc Steels, hoofd van het laboratorium voor Artificiële Intelligentie aan de Vrije Universiteit Brussel.” Op dat lab was Anne-Mie Van Kerckhoven gedurende zes jaar ‘artist in residence’. De woorden verwijzen naar haar belangstelling voor dit onderwerp. Door al die elementen op een arbitraire manier te combineren kwamen de 96 faxen tot stand. Voor die faxen maakte ze op haar computer haar eerste vervormingen van afbeeldingen. De faxen waren in zwart-wit. De volgende stap was een gekleurde interpretatie op plexiglas voor een grote tentoonstelling. In het kader van een HeadNurse-tentoonstelling volgt telkens een nieuwe faze.

Bikini
De vrouwen zijn allemaal afbeeldingen uit de ‘blotevrouwenpers’ van voor de zogenaamde seksuele revolutie. Die bladen worden gedrukt voor de blik van mannen. Anne-Mie Van Kerckhoven kijkt vanuit een vrouwelijke blik naar die beelden. “Wat mij intrigeert zijn de dingen die niet gezegd worden, maar die wel getoond worden. Ik bezie die vrouwen niet als vrouwen, maar als afbeeldingen van vrouwen. Ze werken als een soort instrument ter sublimatie van andere, negatieve gevoelens.” Daarbij verwijst ze nadrukkelijk naar de overdreven fascinatie voor geweld en geeft ze als voorbeeld de pin-ups die op vliegtuigen verschenen. “Ik bezie die vrouwen niet vanuit een feministisch standpunt. Niet als een slachtoffer. Ze oefenen meer een bezwerende macht uit op de mannen. Als je die vrouwen in die tijdschriften ziet, die doen dat echt wel met hun goesting. Hoe die er uitzien en hoe die zich gedragen, dat inspireert mij. Ik vind dat niet lelijk. Vlak nadat ik ben afgestudeerd van de academie heb ik een tijdje gewerkt in een bedrijf voor het verdelgen van onkruid en ongedierte en ook voor het detecteren van schadelijke stralen. Op een gegeven moment moest ik een soort flyer ontwerpen voor een metalen kastje met een handvat met allemaal knoppen en daar moest ik een vrouw in een bikini bijzetten. Toen was ik echt wel kwaad. Ik vond het echt belachelijk. Je zag die vrouwen ook in het Autosalon in hun bikini. Toen dacht ik: als je daarvoor al een blote vrouw moet gebruiken, om zoiets aan de man te brengen, dan kun jij eigenlijk om het even welk abstract idee op die manier ook aan de man brengen. Zo ben ik daar eigenlijk mee begonnen. En nu met het HeadNurse-project doe ik dat heel systematisch.”

Therapeutisch
Het ‘hoofdverpleegster’-thema – in haar dubbele betekenis — wijst op het therapeutisch gebruik van kunst. Haar catalogus bij de tentoonstelling droeg dan ook de veelzeggende titel “Beauty, therapeutic use of.” De kunstenares als hoofdverpleegster die beelden uit de werkelijke wereld verzamelt, daarmee naar de virtuele wereld van de computer gaat en er — weliswaar helemaal vervormd – mee terugkeert naar de werkelijke wereld, ter comfort en troost. En die op die manier ook meteen haar eigen ‘hoofd verpleegt’.

Adobe Photoshop en Première
Om de beelden te bewerken werkt ze vooral met Adobe PhotoShop. “Ik vertrek van zwart-wit en begin er dan met kleuren aan te werken. Zo ga ik naar een eindresultaat. Het bewerkingsproces kan soms meer dan een week duren voor één vrouw. Het moet verder gaan dan het idee dat ik op voorhand had kunnen vormen. Het is eigenlijk de bedoeling dat de machine het op een gegeven moment overneemt. Het eindresultaat moet verder gaan dan mijn oorspronkelijk idee. Ik doe bewust dingen die niet mogen. Ik vind dat je het systeem moet uitdagen. Creatief gebruik maken van het toeval.” De tussenstappen houdt ze allemaal bij, want die animeert ze met Première. Ze heeft nog animatiefilm gevolgd. “Knippen en plakken, dat is hetzelfde. Ik ben eigenlijk begonnen als tekenaar te exposeren, maar al heel vlug is de manier waarop ik dingen toonde belangrijk geworden. Ik maakte al een soort gebruiksaanwijzing, gebruikte muziek of klank en bewegende elementen. Ook teksten zijn altijd aanwezig. De computer heeft me in staat gesteld dat allemaal bij elkaar te brengen.” Af en toe volgt ze workshops. Zo heeft ze onlangs een workshop gevolgd over Webdesign. “Ik wil dat allemaal zelf kunnen. Mijn man (Danny Devos, ook een beeldend kunstenaar – LS) maakt dat nu allemaal op mijn aanwijzingen, maar ik wil dat zelf kunnen.”

Web-site
Op de HeadNurse-website kan de bezoeker haar tentoonstelling in het MUHKA nog eens nalopen. Dat de belangstelling voor het werk van Anne-Mie Van Kerckhoven toeneemt bewijst het feit dat het S.M.A.K. vorig jaar een werk van haar heeft aangekocht. “Ik weet het niet zeker, maar ik denk dat het een van de eerste werken met een computer is die Jan Hoet heeft gekocht.”

Vorig artikelS.M.A.K.: Een computer mag je zien
Volgend artikelKnokken in Gallië
Ludo Schildermans
Ludo Schildermans is schrijver. Zijn recentste roman is De reis van de hofarts (samen met Jozef Schildermans) onder de auteursnaam L.J. Schildermans gepubliceerd bij Uitgeverij Houtekiet.