Hup met de bitjes

2
39

Telefoonlijnen zijn analoge transmissielijnen. Ze werden immers ontwikkeld voor spraak en dat is zo analoog als iets maar kan zijn. Computers werken daarentegen digitaal: met nullen een eentjes, uit en aan. Om datatransmissie over analoge lijnen mogelijk te maken, moet je een digitaal-naar-analoog-conversie doen aan de zenderkant en een analoog-naar-digitaal-conversie aan de ontvangende zijde. Met traditionele analoge telefoonlijnen en de klassieke modemtechnologieën is 33.600 bits per seconde (33,6 kbit/s) de hoogste snelheid die je kunt halen. Boven die snelheid treden er veel te veel transmissiestoringen op en dat haalt de effectieve doorvoersnelheid zo zeer omlaag dat er niet veel meer dan die 33,6 kbit/s overblijft. Dit heeft te maken met de signaal/ruis-verhouding van eender welk transmissiemedium: boven een bepaalde grens (de zogenaamde Shannon-limiet) is de ruis te sterk en het signaal in verhouding te zwak om nog een betrouwbare transmissie mogelijk te maken. Bijgevolg is het niet geheel onlogisch dat heel veel mensen (waaronder schrijver dezes) dachten dat 33,6 kbit/s de laatste standaard voor analoge modems zou zijn. Maar dat was gerekend buiten de modemstandaarden V.90 en V.92.
internet
íAnaloge modems zouden wel degelijk hun laatste adem hebben uitgeblazen met V.34 zonder ISDN (Integrated Services Digital Network). En laat de telefoonmaatschappijen nou net ISDN gebruiken om al hun centrales met elkaar te verbinden. Zo ook Belgacom: in België worden analoge lijnen eigenlijk alleen nog gebruikt om de huizen van mensen te koppelen aan de dichtstbijzijnde centrale – al de rest gaat digitaal. Dit betekent meteen dat een verbinding tussen twee analoge modems maar liefst vier conversies tussen analoog en digitaal moet ondergaan:

(1) De bronpc stuurt zijn digitale data naar een modem, die ze omzet naar analoge signalen;

(2) De analoge modemsignalen komen aan bij de telefooncentrale die ze omzet naar digitaal voor ISDN-transmissie naar de bestemmingscentrale;

(3) De bestemmingscentrale zet de digitale ISDN-signalen weer om naar analoog voor transmissie naar de abonnee die de oproep ontvangt;

(4) De bestemmingsmodem zet de analoge signalen weer om naar digitale data voor de ontvangende pc.

Het nieuwe idee dat modemfabrikanten hadden om de modemmarkt nog wat nieuw leven te kunnen inblazen was dat je de conversies tussen digitaal en analoog aan een uiteinde van de verbinding zou kunnen elimineren door daar een ISDN-verbinding te eisen. Als de enige analoge verbinding tussen de oproepende abonnee en zijn telefooncentrale bestaat en alles daarna tot bij de ontvangende abonnee puur digitaal werkt, zou een hogere transmissiesnelheid mogelijk moeten zijn. En zo werd de 56K-modemtechnologie met het V.90-protocol geboren. Het basisidee achter deze 56K-techniek is, dat ze het moderne telefoonnetwerk zien als iets dat in principe digitaal is, maar last heeft van een analoog deel aan het uiteinde.

V.90
Eén einde van een 56K-verbinding heeft dus een analoge lijn, terwijl het andere einde ISDN moet zijn. Aan beide kanten moet er dus een verschillend type modem staan. Het analoge uiteinde gebruikt een volledig analoge modem en die heet ook wel de clientmodem. De andere kant gebruikt een speciale 56K-modem met ISDN-aansluiting en die noemt men ‘host modem’ of ‘servermodem’. Transmissie aan 56 kbit/s is slechts in één richting mogelijk: stroomafwaarts (dus van de servermodem naar de clientmodem). Daarenboven kan het alleen maar werken als er slechts één enkele analoog-naar-digitaal-conversie is na de clientmodem en wel in de dichtstbijzijnde telefooncentrale. Als er niet volledig digitale centrales in de lijn tussen beide abonnees zouden zitten, zou het dus niet werken. In stroomopwaartse richting en in alle gevallen waarin niet aan de juiste voorwaarden voor een 56K-verbinding is voldaan, maakt het systeem gebruik van een standaard V.34 of 33,6 kbit/s (ook wel tot 33k6 afgekort) transmissie. Alleen met V.92 kan hier nog wat aan verbeterd worden, omdat men daar iets gevonden heeft om de stroomopwaartse snelheid op te krikken tot 44 kbit/s.

Praktijk
In de praktijk bleek al vlug dat het vrijwel onmogelijk is om echt 56.000 bit/s te krijgen bij het maken van zo’n verbinding. Gewoonlijk liggen de connectsnelheden tussen 45 en hoogstens 52 of 53 kbit/s, maar niet hoger dan dat. De meeste modemfabrikanten zijn er zich wel degelijk van bewust dat hun klanten zoiets niet erg op prijs stellen. Tenslotte zou jij je ook bekocht voelen als je net gekochte 33k6-modem alleen maar 29k-connects zou afleveren. Zowel 3Com/USRobotics als Rockwell en Lucent vonden echter in het prille begin dat de markt toch rijp was voor hun 56K-technologie en brachten allebei hun producten op de markt. Wij bij Data TestLab deden toen een test en wij kregen connectsnelheden van ofwel 45.333 bit/s ofwel 48.333 bit/s, maar nooit hoger dan dat. Op dit moment is de hoogste connectsnelheid die we ooit te zien kregen 50.666 bit/s.

Beperking
Overigens is sneller dan 56K met analoge modems niet meer mogelijk, omdat de enige optimalisatie die overblijft het verwijderen van de laatste digitaal-naar-analoogconversie aan de clientzijde zou zijn en dat zou immers het geheel een ISDN-verbinding maken. Sommige modemgebruikers hebben zo’n slechte lijnen dat ze met moeite 28,8 kbit/s kunnen waarmaken en dus vragen die zich af of het voor hen wel de moeite zou lonen te upgraden naar V.90 of V.92, want 56K zou dan toch wel heel onwaarschijnlijk zijn. Dat is echter niet noodzakelijk waar. 56K werkt immers alleen als er vanaf de eigen telefooncentrale tot bij de andere kant volledig ISDN gebruikt wordt. Het enige analoge deel zit dus tussen de gebruiker en zijn telefooncentrale. Zelfs als die lijn vrij slecht zou zijn, zou een upgrade naar 56K veel hogere snelheden mogelijk moeten maken dan met een volledig analoge verbinding. Als je veel last van storingen hebt bij het bellen naar je Internet provider met V.34, zou een upgrade naar V.90 of V.92 je verbindingssnelheid juist heel wat moeten opkrikken.

V.92
Wat is nu het verschil tussen V.90 en V.92? In essentie mag je V.92 beschouwen als een soort van verbeterde V.90 of – als je wil – een V.90 versie 2. Laten we beginnen met het hardnekkigste gerucht even uit de wereld te helpen: V.92 is niet per se sneller voor downloaden dan V.90. Net zoals V.90 biedt V.92 een downstream-bandbreedte van 56.000 bit/s. Je krijgt wel een nieuwe en betere compressietechniek: V.44 in plaats van V.42bis. En dat zou een iets hogere doorvoersnelheid moeten opleveren: V.44 zou immers 25% beter comprimeren dan V.42bis. Bovendien zou er speciaal rekening gehouden zijn met datastromen die doorspekt zijn met niet goed comprimeerbare data. Denk hierbij aan webpagina’s die allerlei gif’s en jpeg-plaatjes bevatten. Surfen zou dus wel enige snelheidswinst moeten opleveren, maar de werkelijke winst zit hem in het uploaden en in het maken van de verbinding. V.92 biedt immers een upstream-bandbreedte van 48.000 bit/s daar waar V.90 blijft steken op 33.600 bit/s. Of je daar wat aan hebt, hangt dus af van hoeveel je uploadt.

Sneller verbinden
V.92 heeft een snellere manier om een verbinding tussen twee modems tot stand te brengen: V.92 QuickConnect heet dat. Als je met een V.90 modem naar je provider belt, kan het rustig tussen 30 seconden en één minuut duren vooraleer je een verbinding hebt. Met V.92 zou dat in de helft van de tijd moeten gebeuren en officieel zou het zelfs moeten kunnen binnen 5 à 10 seconden. Tenslotte krijg je met V.92 iets dat ‘modem on hold’ heet. Dat is erg handig als je maar één telefoonlijn hebt en dan vaak zit te internetten. Bij een binnenkomend telefoontje kan V.92 immers je internetverbinding even opschorten om je dat telefoontje te laten beantwoorden en na afloop herneemt hij gewoon die internetverbinding. Helaas kun je een V.90-modem niet upgraden naar V.92: als je al een V.90-modem hebt zul je een nieuwe V.92-modem moeten aanschaffen als je absoluut V.92 wil hebben.

Concurrentie
Het ligt natuurlijk voor de hand dat velen onder jullie zich nu zitten af te vragen of je dan niet beter meteen naar ISDN kunt gaan. Als 56K-systemen immers toch overal ISDN-vereisen behalve tussen jou en je centrale, dan kost het niet veel verbeelding om aan een upgrade van dat laatste analoge gedeelte naar ISDN te denken. En dat heeft inderdaad zin. Hoewel 56 en 64 kbit/s op het eerste zicht erg dicht bij elkaar lijken te liggen, moet je niet vergeten dat 56 kbit/s het absolute maximum is voor een V.90- of V.92-modem dan dat dat meestal niet eens gehaald wordt. Bovendien werkt het alleen tijdens een download. Daartegenover is 64 kbit/s de standaardsnelheid voor ISDN. Door toepassing van datacompressie en kanaalbundeling kun je dat verveelvoudigen en dan is ISDN de duidelijke winnaar. Dus waarom zou je dan niet upgraden naar ISDN? Het antwoord is: de kosten. ISDN vereist nieuwe apparatuur (zoals een ISDN-adapter in plaats van de analoge modem) en er zijn de installatiekosten, abonnementsprijzen en de gesprekskosten die meestal duurder zijn dan die van een analoge verbinding. Datzelfde geldt trouwens ook voor de allerlaatste nieuwe concurrenten op de telecommunicatiemarkt: ADSL (of eender welk type van xDSL), maar ook de kabelaansluiting van Telenet in Vlaanderen. In beide gevallen heb je een nieuw apparaat nodig (respectievelijk een ADSL-modem en een kabelmodem) en moet je eventueel installatiekosten ophoesten. Daar staat dan wel tegenover dat je met ADSL en de kabel surf- en dowloadsnelheden haalt die massief veel hoger liggen dan die van een V.90- of V.92-modem.

Conclusie
Ons landje heeft zo goed als geen telefooncentrales meer over die niet digitaal zijn, dus is het logisch om een V.92 modem te kopen als je geen ISDN hebt en als je geen breedband kunt krijgen. Dat is zeker het geval nu de meeste Internet providers duidelijk van plan zijn V.92 te ondersteunen. Het zou niet verstandig zijn nu nog een V.90-modem te kopen, aangezien V.92-modems niet duurder blijken. V.92-modems (en ook V.90) zijn beslist een goede investering als je last hebt van storingen op je telefoonlijn: aangezien het grootste deel van de verbinding digitaal is, zul je met V.90 en V.92 veel hogere snelheden halen dan met een gewone 33k6-modem. Moet je tenslotte geld uitgeven om je huidige niet-upgradebare V.90-modem te vervangen door een V.92-type? Alleen als je provider V.92 ondersteunt en als je absoluut geen breedband kunt krijgen binnen het jaar. Anders heeft het geen zin.

Vorig artikelCertificaten in de praktijk
Volgend artikelBreek uit je vel

2 REACTIES

  1. Mijn v.92 geeft problemen met internetten ( Tiscali is de provider ).
    Telkens vraagt hij na enige tijd om opnieuw verbinding te maken en vaak kunnen de zgn links niet of nauwelijks geopend worden. Mijn leverancier ( Groeneveld Grave ) heeft het probleem nog steeds niet kunnen oplossen. Wellicht is er iemand die naar aanleiding van deze reactie nuttige tips heeft. Alvast bedankt !!!

  2. Leuk verhaal, over het nieuwe v.92 protocol. Ik heb dus een v.92modem. Het snelle inloggen is inderdaad zo maar ik heb een hele lage door voer. Na contact te heben gezocht met de leverancier kwam de medewerker tot de conclussie dat ik te veel “ruis” op de lijn heb en hier is mijn v.92 modem zeer gevoelig voor. heeft iemand hier ervaring mee en weet wat je er aan kan doen
    Als je een oplossing weet mail me dan
    alex@texacovankammen.nl

Reacties zijn gesloten.