Inktspuiters of op z’n Engels inkjet printers zijn met grote afstand de populairste printers op de markt. Ze zijn goedkoop en makkelijk in het gebruik. De overgrote meerderheid van de inktspuiters die nu op de markt zijn, zijn in feite kleureninktspuiters. Er bestaan nog wel zwart/wit-inktspuiters, maar meestal worden die voor een specifiek marktsegment gemaakt (zoals heel kleine en draagbare printers). Voor de kleureninktspuiter laat de reclame steevast de prachtigste kleurenafdrukken zien die zonder meer vergelijkbaar zijn met echte foto’s. Dat spreekt natuurlijk aan en daarom – gecombineerd met de lage prijs – zijn de kleureninktspuiters dan ook het meest populair geworden.
Klik hier (opent nieuw venster) voor een visuele voorstelling van de werking van een inkjetprinter(28KB, Macromedia Flash plugin nodig – deze wordt meestal automatisch geladen).
Een inktspuiter werkt – de naam zegt het al – door vloeibare inkt op het papier te spuiten. Als je ooit met een vulpen hebt geschreven, weet je ook wel dat inktdruppeltjes uitlopen en makkelijk uitgesmeerd kunnen worden. Sommige papiersoorten slorpen inkt bovendien een ietsje te gretig op, zodat je een soort van vloeipapiereffect krijgt. Vorige generaties inktspuitprinters leverden nogal eens kleddernatte afdrukken af die een tijdje moesten drogen en vanwege het teveel aan vocht last hadden van het uitlopen van de inkt of zware vloeipapiereffecten. Hoge resoluties drukken was er dan ook niet bij. Dat is tegenwoordig vrijwel allemaal feilloos opgelost.
