Pentium 4 valt voorlopig tegen

De verwachtingen bij Intel zijn hooggespannen. Zal de Pentium 4 het AMD Athlon-tij keren en zullen fabrikanten en consumenten terugkeren naar de Intel-stal? DiskIdee testte twee splinternieuwe, Pentium 4 gebaseerde pc’s van DCI en Packard-Bell.

De Pentium 4 maakt voor het eerst sinds de Pentium Pro gebruik van een totaal nieuwe microarchitectuur. Intel doopte deze 42 miljoen transistors tellende architectuur Netburst. De nieuwe processor is volledig geoptimaliseerd voor multitasking en multimedia. Daartoe werden onder andere 144 nieuwe instructies toegevoegd aan Streaming SIMD Extension (SSE), zeg maar Intel’s manier om softwareontwikkelaars te overhalen om programma’s specifiek voor de Pentium 4 te gaan ontwikkelen. Hieraan merk je al dat de prestaties van de Pentium 4 voor een deel zullen afhangen van de software die er op zal draaien. Verder kan de Pentium 4 bogen op een Front Side Bus (FSB) van 400 MHz – in feite vier maal 100 MHz – en dat is zonder meer een grote stap voorwaarts.

Twee kloksnelheden
Aanvankelijk zal de Pentium 4 enkel beschikbaar zijn in twee kloksnelheden, te weten 1,4 GHz en 1,5 GHz. Dat zijn indrukwekkende waarden, maar Intel wil met de Pentium 4 al in 2001 de kaap van 2 GHz halen. Het ontwerp van de Pentium 4 laat dat immers gemakkelijk toe en bovendien kan zoiets tellen als marketinginstrument. Immers, een processor wordt nog altijd beoordeeld op z’n kloksnelheid. Of dat verkeerd is of niet laten we in het midden, maar uit onze testen blijkt voorlopig dat de Pentium 4 hoegenaamd niet kan profiteren van zijn hoge kloksnelheid.

Nieuwe chipset
Zoals met elke introductie van een processor staat er ook een nieuwe chipset op stapel. Deze keer wordt dat de i850-chipset die in wezen een aangepaste i840-chipset is. Belangrijker is te weten dat de i850-chipset enkel RDRAM-geheugen zal ondersteunen en dat is voor velen toch een tegenvaller vermits RDRAM nog altijd heel wat duurder is dan SDRAM en bovendien niet per se sneller is. Intel probeert nog altijd RDRAM te pushen door de retailversie van de Pentium 4 processor standaard te leveren met tweemaal 64 MB RDRAM-latjes. Upgraden wordt met andere woorden een kostelijke zaak, ook al omdat de Pentium 4 ‘zetelt’ in een Socket 423 wat niet compatibel is met Intel’s voorgaande sockets. Leuk om weten: sommige (web)winkels hebben de Pentium 4 al opgenomen in de prijslijsten waarbij je mag rekenen op een prijskaartje van zo’n 1.240 euro voor de 1,4 GHz-versie.

DCI en Packard-Bell
Na de theorie volgt de praktijk en DiskIdee mocht liefst twee Pentium 4-systemen aan de tand voelen. De ene kwam van DCI (met liefst 384 MB RDRAM!), de andere van Packard Bell. Beiden hadden een kloksnelheid van 1,4 GHz. Als eerste kregen deze machines Sysmark 2000 voorgeschoteld dat de algemene systeemprestaties meet op het niveau van dagelijkse toepassingen. Duidelijk is alvast dat de Pentium 4 het best presteert op het vlak van multimedia (Internet Content Creation), maar het verschil met een Athlon 1 GHz is niet bijster groot – zeker als we rekening houden met de hoeveelheid intern geheugen. Kijken we naar het onderdeel kantoortoepassingen (Office Productivity) dan zien we dat de Pentium 4 het een pak slechter doet dan de Athlon 1 GHz. Hier is duidelijk nog werk aan de winkel en het blijft wachten op geoptimaliseerde toepassingen. Natuurlijk sleurden we er ook enkele spelbenchmarks bij en dan komt vooral onder Quake III Arena de ware kracht van de Pentium 4 bovendrijven: de ATI Radeon (DCI) hebben we nog nooit zo’n hoge frames per seconde zien halen en ook de GeForce2 (Packard Bell) scheert de allerhoogste toppen. Bij 3D Mark zijn we iets gematigder maar echt slecht kun je het moeilijk noemen. Voor gamers zou de Pentium 4 dus wel eens het summum kunnen worden.