Vooruit en achteruit op de internet-snelweg

0
13

Stel je voor: je doet een poging om de hilarische achterstand bij justitie weg te werken. Je geeft de magistraten een aantal laptops cadeau, zodat ze sneller en efficiënter juridische documentatie kunnen raadplegen en vonnissen uittikken. En dan plots slaan de virussen toe. Het hele interne netwerk van justitie raakt er door in de knoop. Nee, dat probleem los je niet op door op zoek te gaan naar een goede virusbestrijder of door het installeren van een firewall, maar veel eenvoudiger: je verbiedt het gebruik van modems. In januari kregen alle magistraten dus een verbod opgelegd om te internetten. Modems in laptops werden ook onklaar gemaakt om iedere onverlaat voorgoed de lust tot internetten te ontnemen. Het duurt duidelijk nog even voor justitie opgenomen wordt in de vaart der volkeren.

Netwerkzoeking
Aan de Minister van Justitie ligt het echter niet. Hij is geen volslagen informaticaleek. Fleurde hij immers niet het strafrecht op met een aantal neologismen, waaronder het fraaie ‘netwerkzoeking’? Deze nieuwe termen zijn het geheime wapen in de strijd tegen de internetmaffia, waarvan het bestaan niet aan twijfel onderhevig is, zo bewijst het loslaten van virussen op de justitiecomputers. Dat met een nieuwe strafwet ook de privacy van de burger in het gedrang kan komen, en er daarmee geknaagd wordt aan de veel geroemde internetvrijheid is slechts een detail, zo leek het aanvankelijk. Gelukkig trok de Commissie voor de Bescherming van de Persoonlijke Levenssfeer tijdig aan de alarmbel. Struikelblok was de bewaartermijn voor facturatiegegevens die aan de providers werd opgelegd. De minimum bewaartermijn werd uiteindelijk vastgelegd op 12 maanden. De gerechtelijke instanties oordeelden dat dit, bij gebrek aan modems, de minimumtermijn was om een onderzoek te kunnen instellen, bij verdenking van strafbare feiten. Erger was het echter gesteld met de providers zelf, die tijdens dit debat leken te slapen. Pas na de Commissiestemming over de bewaartermijn kwam er enige reactie. Uiteindelijk was het vooral Belgacom dat, daarin gevolgd door de fractieleider van de liberalen, bleef aandringen op een bewaartermijn van 3 maanden, ook al omwille van de hoge bijkomende kosten voor het bewaren en toegankelijk maken van de informatie, een kostenplaatje ten belope van meer dan 100 miljoen frank. Het is nu afwachten wat een eventuele evocatie van het dossier door de senaat zal opleveren. VLD en PRL wensen alvast dat de senaat het huiswerk van de Kamer nog eens dunnetjes overdoet.

Automatisch stemmen
Tot slot is er nog dat andere verhitte debat, niet over stemmen via internet, maar over de geautomatisseerde stemming. In Vlaanderen is het debat hierover al begraven. De kiezers hebben zich neergelegd bij het gemak dat de mens dient. Heel anders is het gesteld aan de andere zijde van de taalgrens. Heel wat kiezers lopen er storm tegen dit soort ‘nieuwerwetsigheid’, omdat de controle door het volk problematisch zou zijn. Inderdaad, stemmen per computer heeft veel weg van magie en het is maar de vraag of de kiezer kan controleren of er niet geknoeid wordt met de uitslagen. Niet dat er in het verleden nooit geknoeid werd. Legio zijn de verhalen over kisten met stemformulieren die even zoek zijn tussen stemming en telling, of over het potloodje onder de vingernagel om individuele formulieren te vervalsen. De fabrikanten zelf minimaliseren alvast het probleem: deze stemcomputers beschikken niet over een modem en zijn dus absoluut veilig, iets waar de Minister, deze keer van Binnenlandse Zaken, duidelijk nog niet had bij stilgestaan. Bijzonder snel was hij met een nieuw initiatief. In opvolging van de aanbevelingen van een expertencommissie, die tijdens de laatste verkiezingen een oogje in het zeil hield, dient hij straks een nieuw wetsontwerp in dat de voornaamste euvels moet oplossen. Zo wordt de expertencommissie die moet toezien op het verloop van de verkiezingen aanzienlijk uitgebreid. Ze krijgt, in tegenstelling tot vroeger, de gelegenheid om ook tijdens de verkiezingen zelf controles uit te voeren. Alleen over de gebruikte stemprogramma’s blijft mist hangen.

Broncode
Zelf pleit ik voor de publicatie van de volledige broncode op Internet, zodat iedereen met enige kennis van zaken mogelijke fouten kan opsporen. Net zoals het klassieke stemsysteem zijn er echter nooit sluitende garanties te geven. Wat indien een gemeente een aantal spookcomputers installeert met een ander programma, waardoor een deel van de stemming wordt vervalst? Wat indien er grootschalig gefraudeerd wordt, door wijziging van het oorspronkelijke programma en dit door een malafide regime dat de verkiezingen opzettelijk wil vervalsen? Hopelijk blijft zo’n doemscenario ons bespaard. Tot die dag wegen de voordelen van het nieuwe systeem op tegen de nadelen. Ongetwijfeld is ook in Wallonië niemand zo licht in zijn hoofd dat hij de klok durft terugdraaien.

Vorig artikelVoor de freaks
Volgend artikelBaas in eigen huis