D grafische kaarten

0
20

Om op al deze grafische heethoofden de juiste stempel te kunnen drukken, hebben we een uiterst zwaar testparcours uitgedokterd.
Daarvoor gebruikten we twee zelf in elkaar gestoken machines die representatief zijn voor wat je kan noemen de low end en de high end-gebruikers. De reden daarvoor is dat grafische kaarten heel verschillend kunnen presteren naargelang het gebruikte systeem. Vooral de processor is daarbij belangrijk omdat die verantwoordelijk is voor de gegevensaanvoer naar de grafische kaart. Hoe meer megahertzen de processor heeft, hoe beter. Dat wordt processorafhankelijkheid genoemd en is toch iets waar je rekening mee moet houden. De meeste 2D/3D-kaarten zullen immers (veel) hogere framerates halen in een high end dan in een low end-systeem. Beschik je dus over een “tragere” machine, dan ben je misschien beter af met een andere kaart dan onze topscorer. In de prestatietabellen kun je de resultaten daarvan mooi vergelijken.

Hieronder volgen de technische gegevens:
low end:AMD K6-2 350 MHz128 MB SDRAMAopen AX59Pro moederbord (Via MVP3 chipset, 100 MHz FSB)ADI Microscan 17 inch monitorCreative Labs CD-RW 2/2/24 (ATAPI)Fujitsi 5.23 GB harde schijf (UltraDMA)Desktopresolutie: 1024×768/16 bithigh end:Intel Pentium III 500 MHz128 MB SDRAMAopen AX6BC moederbord (Intel BX chipset, 100 MHz FSB)Panasonic S110 21 inch monitorPlextor PlexWriter 8/2/20 CD-RW (SCSI)Samsung 6.4 GB harde schijf (UltraDMA)Desktopresolutie: 1600×1200/16 bitOp beide systemen installeerden we de Nederlandstalige Windows 98 Second Edition met daarin inbegrepen DirectX versie 6.1a.De testmethode bestaat uit een mix van 3D-games en een algemene benchmarksuite. We zijn dus enkel geïnteresseerd in de 3D-prestaties, vooral bij spelletjes. De gebruikte resoluties gaan van 800×600 tot 1600×1200 (vandaar de 21 inch monitor) en omvatten zowel 16 bits als 32 bits kleurdiepte. Niet alle testen deden we op beide machines: de low-end machine kreeg enkel Quake II en Expendable tussen de kiezen (tot 1024×768). In alle gevallen zetten we het geluid uit en Vsync off. Bij de laatste instelling wordt er dan niet gewacht tot het scherm verversd wordt (refresh rate) zodat het hoogste aantal fps gehaald kan worden. Ook werd steeds de laatste driver en/of bios geïnstalleerd indien beschikbaar.

Quake II:
Hier doen we de timedemo1-test in de resoluties 800×600, 1024×768 en 1600×1200. Deze test kan je makkelijk zelf doen. Start Quake II en zorg dat full screen op “yes” en “8 bit pallette” op “no” staat. Ga dan naar de console met de “tilde”-toets en typ volgende opdrachten in:s_initsound 0snd_restarttimedemo 1demomap demo1.dm2Er begint dan een filmpje te lopen waarna je het gemiddeld aantal frames per sekonde krijgt (hoger is beter). Quake II maakt gebruik van de OpenGL-API.

Expendable:
Is een nieuw spel dat gebruik maakt van DirectX. Ook hier is er een ingebouwde benchmark die je zelf kan uitvoeren (dit werkt ook met de demoversie). Zorg dat in de setup onder het tabblad “video” niets is aangevinkt en dat onder “audio” het geluid uitgeschakeld is. Selecteer een resolutie/kleurdiepte en start het spel. Ga naar “options”, “video options” en zorg dat alles op “on” staat. Het detaillevel zetten we op hoog en “shadows” op projected. Verlaat het spel en ga naar de dosprompt en typ in de expendable-directory volgende opdracht: go -timedemo. Na afloop kun je de resultaten bekijken in het bestand timedemo.txt (edit timedemo.txt). Ook hier dezelfde resoluties als bij Quake II.

3D Mark 99 MAX Pro:
3D Mark is een alles-in-één-test waarbij verschillende 3D-spelomgevingen worden geëmuleerd. Er wordt gebruik gemaakt van DirectX versie 6.1 en ook de speciale instructiesets van de Pentium II/III en AMD K6 worden ondersteund. De testresoluties waren 800×600, 1024×768 en 1600×1200, telkens zowel in 16 en 32 bits kleurdiepte. Een probeerversie van 3D Mark kan je afhalen op de site van Futuremark, maar dan heb je wel enkele beperkingen aan je broek.Gedetailleerde product- en prestatiegegevens én grafieken vind je in de Excel-tabel die je hier kunt downloaden.

Conclusie
Van zowel Quake II als Expendable nemen we het hoogste aantal behaalde fps per geteste resolutie en nemen daarvan het gemiddelde. Voor Quake II vergeleken we dat gemiddelde met een fps van 100, voor Expendable was dat 60 fps. Ook voor 3D Mark namen we het middelde van alle testen en vergeleken dat met een score van 5000. De uiteindelijke prestatiescore wordt bekomen door volgende wegingscoëfficiënten toe te passen: 25% voor Quake II, 25% voor Expendable en 50% voor 3D Mark. Bij de prijs/prestatiescore telt de prijs voor 40% mee en de prestatie voor 60%. We hanteren een foutmarge van 2 punten bij beide scores.Gedetailleerde product- en prestatiegegevens én grafieken vind je in de Excel-tabel die je hier kunt downloaden.
Vorig artikelGeForce 256 videokaarten
Volgend artikelGeForce 256 videokaarten
Bart Stoffels
Bart Stoffels is it-specialist en journalist, gespecialiseerd in cloud, networking, storage, servers en mobiele technologie.